Installation Instructions

Coopra Advanced Heating Technologies b.v. Installatie voorschrift NL 40
11
1.12. Pomp en hydraulische weerstand
Het toerental van de pomp wordt door de besturing, al naar
gelang de behoefte in de pompstand „hoog“ of de pompstand
„laag“ geschakeld.
Delta T > 30’C : Pompstand “hoog”
Delta T < 10’C : pompstand “laaag”
Delta T = Setpoint vermindrerd met de optredende
aanvoertemperatuur.
De pompkarakteristiek en de weerstandsgrafiek van het
toestel worden weergegeven in onderstaande figuur.
1.14. Voorschriften
Bij de installatie van het toestel dienen, voor zover van
toepassing, alle ter plaatse geldende voorschriften te worden
opgevolgd, waaronder de bepalingen van de volgende
normen en richtlijnen:
Bouwbesluit 680
Voorschriften voor aardgasinstallaties GAVO NEN
1078 en praktijkrichtlijn
NPR 3378
Richtlijnen EnergieNed voor bestaande
gasinstallaties
Veiligheidseisen voor centrale
verwarmingsinstallaties NEN3028
Veiligheidsbepalingen voor
laagspanningsinstallaties NEN 1010
Algemene voorschriften voor drinkwaterinstallaties
AVWI NEN 1006 en bijbehorende werkbladen
Ventilatie in woongebouwen NEN 1087 met
bijbehorende toelichting NPR 1088
Toevoer van verbrandingslucht en afvoer van rook
NEN 2757
Binnenriolering in woningen en woongebouwen
NEN 3215
Brandweervoorschriften
ARBO-voorschriften
Voor tapwater de geldende voorschriften (NEN
1006). Informeer bij het plaatselijke
waterleidingbedrijf naar de ter plaatse geldende
eisen, daar deze kunnen afwijken.
1.15. Algemene veiligheidsvoorschriften
De installatie mag uitsluitend door een erkend installateur
worden uitgevoerd.
Houd er rekening mee dat inwendige delen van het toestel
een gevaarlijke elektrische spanning (230 Volt) kunnen
voeren.
Houd er rekening mee dat het toestel, de diverse
leidingen en het door het toestel afgevoerde
rookgas, hoge temperaturen tot 90°C kunnen
bereiken.
Alvorens onderhoudswerkzaamheden in of aan het toestel te
verrichten, dient u de gaskraan te sluiten en de netstekker uit
het stopcontact te nemen.
1.16. Waterkwaliteit
De samenstelling en kwaliteit van het systeemwater zijn
direct van invloed op de prestaties van het totale systeem en
de levensduur van de ketel. Ondeskundig toevoegen en
gebruik van chemicaliën, waterontharders, zuurstofbinders,
ontluchters, beluchters en waterfilters vergroten de kans op
storingen.
Corrosieve elementen van bepaalde toevoegingen kunnen
het systeem aantasten waardoor lekkages ontstaan;
afzetting van ongewenste aanslag leidt doorgaans tot fatale
beschadiging van de ketelwarmtewisselaar.
00,2
0
0,2
0,3
0,6
Flow [m³/h)]
Pressure [bar]
0,7
0,5
0,4
0,1
0,4 0,6 0,8 1,0 1,2 1,4 1,6 1,8 2,0
Pump state high
Pump state low
Boiler resistance
2,2 2,4 2,82,6 3,0
0,8