Installation Instructions

Coopra Advanced Heating Technologies Installatie handleiding N15B; N15C; N37K; N37B; N37C
25
5.8. Vorst beveiliging
Als de aanvoertemperatuur onder 8°C komt (indien er
geen warmtevraag is) gaat de pomp aan over het CV
circuit en het display zal ‘o’ aangeven.
Als de aanvoertemperatuur onder 3°C komt, gaat ook de
brander op laaglast aan.
Als de retourtemperatuur boven 15°C komt, wordt de
vorstbeveiliging beëindigd.
Als er een buitenvoeler aangesloten is en de
buitentemperatuur onder –4°C komt, gaat de pomp aan
op CV. Deze situatie wordt weer opgeheven bij een
buitentemperatuur van –2 °C.
5.9. Statische drukbewaking
Het werkgebied van de ketel is bij een waterdruk tussen
0,5 bar en 3,5 bar.
Als de waterdruk kleiner is dan 0,5 bar, blokkeert de
regeling met een Status ‘P’ en met de druk op de rechter
segments van het display.
Deze blokkering wordt weer opgeheven als de waterdruk
boven 0,6 bar komt.
Als de waterdruk groter dan 3,5 bar is, blokkeert de
regeling met een Status ‘P’ en met de druk op de rechter
segments van het display.
Deze blokkering wordt weer opgeheven als de waterdruk
beneden 3,4 bar komt.
5.10. Rookgastemperatuur bewaking
Als de rookgastemperatuur boven 100°C komt, blokkeert
de regeling met status ‘A’ continu.
Als de rookgastemperatuur onder 80°C komt, wordt de
blokkering opgeheven.
Als de rookgastemperatuur boven 105°C komt,
vergrendelt de regeling met status knipperende ‘A’.
5.11. Maximaal temperatuur beveiliging
Als de aanvoertemperatuur boven 105°C komt als de
ketel brandt, zal de regeling vergrendelen met een status
knipperende ‘H’.
Kort drukken op de Set/Reset knop zal de vergrendeling
opheffen.
Als de aanvoer- of retourtemperatuur boven 97°C komt,
zal de regeling blokkeren.
5.12. Gloeiplug beveiliging
Bij iedere ontsteking wordt de gloeiplug beveiligingsteller
verhoogd. Deze teller wordt per minuut verlaagd. Als deze
teller te hoog is wordt de brandervraag geblokkeerd.