Installation Instructions

Coopra Advanced Heating Technologies Installatie handleiding N15B; N15C; N37K; N37B; N37C
18
HOOFDSTUK 3. REGELINGEN
3.1. CV Regelingen
3.1.1. Modulatie op aanvoersensor
Parameter C/r=0 (default)
De regeling op aanvoersensor is tussen 25“C en de
waarde van parameter C.
In de menustructuur kan de maximaal toelaatbare ketel
aanvoertemperatuur met parameter C ingesteld worden
(default 82“C).
De brander blokkeert wanneer de maximaal toelaatbare
aanvoertemperatuur (parameter C) bereikt wordt.
3.1.2. Modulatie op retoursensor
Zet in het menustructuur parameter C/r=1
De regeling op retoursensor is tussen 24“C en de waarde
van parameter C.
In de menustructuur kan de maximaal toelaatbare ketel
retourtemperatuur ingesteld worden met parameter C
(default 82“C).
- De brander blokkeert wanneer de maximum toelaatbare
retourtemperatuur (parameter C – parameter C/r) bereikt
wordt.
- De brander blokkeert ook wanneer de ketel
aanvoersensor een temperatuur van 90°C bereikt,
ongeacht op welke waarde parameter C ingesteld werd.
3.1.3. Modulatie op systeemsensor
Sluit de
systeemsensor, NTC
van 12kOhm @ 25°C,
aan op klemmen 4 en
5 van de kroonsteen,
welke gemonteerd is
op de omkasting van
de printplaat.
Zet in het menustructuur parameter C/r=1
De regeling op systeemsensor is tussen 24“C en de
waarde van parameter C.
In de menustructuur kan de maximaal toelaatbare
systeemtemperatuur met parameter C ingesteld worden
(default 82“C).
- De brander blokkeert wanneer de maximaal toelaatbare
systeemtemperatuur (parameter C – parameter C/r)
bereikt wordt.
- De brander blokkeert ook wanneer de ketel
aanvoersensor of ketel retoursensor een temperatuur
van 90°C bereikt, ongeacht op welke waarde parameter
C ingesteld werd.
3.2. Thermostaten
3.2.1. Aan/Uit kamerthermostaat
Sluit de aan/uit kamerthermostaat aan
op klemmen (1) - (2) van het groene
aansluitblokje.
Het setpoint wordt bepaald door de „AAN-tijd“ en „UIT-
tijd“ van de aan/uit kamerthermostaat.
Oplopend setpoint: Bij warmtevraag, als de
kamerthermostaat gesloten is, loopt het setpoint op met
een steilheid van 6°C per minuut van 25°C tot de
maximaal toelaatbare CV aanvoertemperatuur bereikt is
(parameter C).
Dalend setpoint:
Bij einde warmtevraag, als de
kamerthermostaat open is, daalt het setpoint met een
steilheid van 4°C per minuut tot de minimale CV
aanvoertemperatuur van 25°C bereikt is.
4
5
Systeemsensor