Operation Manual
33
Brood en broodjes
Tenzij anders aangegeven, moet de oven voor het bakken van
brood altijd worden voorverwarmd.
Giet nooit water direct in de hete oven.
Tips voor het bakken
Gebak op de plaat Toebehoren Hoogte Wijze van
verwarmen
Temperatuur,
°C
Bereidingsduur,
minuten
Roer of gistdeeg met een droge vulling Braadslede: 3 % 160-180 25-35
Roer of gistdeeg met een sappige vulling Braadslede: 3 % 140-160 40-50
Biscuitrol (voorverwarmen) Braadslede: 2 % 170-190 15-20
Broodvlecht, 500 g meel Braadslede: 3 2 150-170 25-35
Kerststol, 500 g meel Braadslede: 3 % 160-180 50-60
Kerststol, 1 kg meel Braadslede: 3 % 150-170 90-100
Strudel, zoet Braadslede: 2 % 180-200 55-65
Pizza Braadslede: 3 % 180-200 20-30
Brood en broodjes Toebehoren Hoogte Wijze van
verwarmen
Temperatuur,
°C
Bereidingsduu
r, minuten
Gistbrood, 1,2 kg meel Braadslede: 2 % 270
190
8
35-45
Zuurdeegbrood, 1,2 kg meel Braadslede: 2 % 270
190
8
35-45
Broodjes (bijv. roggenbroodjes) Braadslede: 2 % 200-220 20-30
Klein gebak Toebehoren Hoogte Wijze van
verwarmen
Temperatuurin
stelling in °C
Bereidingsduu
r, minuten
Koekjes Braadslede 3 % 150-170 10-20
Aluminium bakplaat + braadslede* 1+3 2 130-150 25-35
Schuimgebak Braadslede 3 2 70-90 125-135
Soesjes Braadslede 2 % 200-220 30-40
Bitterkoekjes Braadslede 3 % 110-130 30-40
Aluminium bakplaat + braadslede* 1+3 2 100-120 35-45
Bladerdeeg Braadslede 3 2 180-200 20-30
Aluminium bakplaat + braadslede* 1+3 2 180-200 30-40
* Wanneer u op twee niveaus bakt, moet u de braadslede altijd op het hogere niveau inschuiven.
U wilt bakken volgens uw eigen recept. Raadpleeg de baktabellen voor gelijksoortig gebak.
Zo stelt u vast of de cake goed door-
bakken is:
Prik ca. 10 minuten voor het einde van de in het recept vermelde baktijd met een prikker
in het hoogste punt van de cake. Wanneer er geen deeg meer aan de prikker kleeft, is
de cake klaar.
De cake zakt in. Voeg de volgende keer minder vloeistof toe of stel de oventemperatuur 10 graden lager
in. Houd u aan de opgegeven omroertijden in het recept.
De cake is in het midden gerezen maar
lager aan de randen.
Vet de rand van de springvorm niet in. Na het bakken maakt u de cake voorzichtig met
een mes los.
De cake wordt te donker aan de boven-
kant.
Schuif hem dieper in de oven, kies een lagere temperatuur en bak de cake wat langer.
De cake is te droog. Prik met een tandenstoker kleine gaatjes in de gare cake. Vervolgens bedruppelt u de
cake met vruchtensap of alcoholische drank. Kies de volgende keer een temperatuur
die10 graden hoger is en houd een kortere baktijd aan.
Het brood of het gebak (bijv. kwarktaart)
ziet er goed uit, maar is van binnen klef
(zacht, doortrokken met waterstrepen).
Gebruik de volgende keer minder vloeistof en bak iets langer op een lagere temperatuur.
Bij gebak met een vochtige bovenkant bakt u eerst de bodem voor. Bestrooi het met
amandelen of paneermeel en voeg dan pas de vulling toe. Houd u aan de recepten en
baktijden.
Het gebak is ongelijkmatig bruin gewor-
den.
Kies een iets lagere temperatuur, dan wordt het gebak gelijkmatiger bruin. Bak gevoelig
gebak met boven- onderwarmte % op een niveau. Ook bakpapier dat uitsteekt kan de
luchtcirculatie beïnvloeden. Knip het bakpapier altijd zodanig af dat het op de bakplaat
past.
Het vruchtengebak is te licht aan de
onderkant.
Plaats het gebak de volgende keer één niveau lager.
Het sap van de vruchten stroomt over. Gebruik de volgende keer een diepere braadslede (indien beschikbaar).