Operation Manual

14
Gesloten braden
Voor het gesloten braden wordt een braadvorm met deksel
gebruikt. Gesloten braden is zeer geschikt voor stoofgerechten.
Braadtabel
De braadtijd en temperatuur zijn afhankelijk van de grootte, de
hoogte, de kwaliteit en het soort vlees.
In het algemeen geldt: Hoe groter het braadstuk, des te lager
de temperatuur en des te langer de braadduur.
De opgaven in de tabel zijn richtwaarden en gelden voor het
braden zonder deksel. De waarden kunnen variëren, afhankelijk
van het soort en de hoeveelheid vlees en de braadvorm.
Stel de eerste keer de laagste opgegeven temperatuur in. In
principe levert de laagste temperatuur de meest gelijkmatige
bruining op.
Laat het vlees na afloop van de braadtijd nog ca. 10 minuten
rusten in de uitgeschakelde, gesloten binnenruimte. Bij de
opgegeven braadtijd is de aanbevolen rusttijd niet inbegrepen.
De opgaven in de tabel gelden voor het inschuiven in de
onverwarmde oven en voor vlees dat direct uit de koelkast
komt.
Tips en trucs
Hete lucht 3 Boven- en
onderwarmte %
Vlees Inschuif-
hoogte
Tempera-
tuur in °C
Braadtijd in
minuten
Inschuif-
hoogte
Tempera-
tuur in °C
Gehakt van 500 g vlees 2 170-180 60-70 2 200-210
Varkensvlees
Filet, medium (300-400 g) 2 170-180 25-40 3 200-210
Braadstuk met zwoerd* (2,5 kg) 2 170-180 130-180 2 200-220
Braadstuk, doorregen, zonder zwoerd, bijv. nek (1,5 kg) 2 160-170 120-150 2 190-210
Braadstuk mager (1 kg) 2 180-190 80-110 2 180-200
Casselerrib - 170-180 70-80 2 210-230
Rundvlees
Filet, medium (1 kg) 2 180-190 45-65 2 210-230
Rosbief, medium (1,5 kg) 2 190-200 35-45 2 210-230
Stoofvlees (1,5 kg) 2 180-190 120-150 2 190-210
Kalfsvlees
Kalfsvlees/borst (1,5 kg) 2 170-180 100-130 2 180-200
Schenkel - - 100-130 2 210-230
Gevogelte (niet gevuld)
Kip, heel (1 kg) - - 60-80 2 200-220
Eend, heel (2-3 kg) 2 180-190 100-120 2 190-210
Gans, heel (3-4 kg) - - 150-180 2 180-200
Vis
Vis, heel (300 g) 2 170-180 30-40 2 190-210
Vis, heel (700 g) 2 160-170 40-60 2 180-200
Korst te dik en/of vlees te droog Inschuifhoogte controleren. Lagere temperatuur of kortere braadtijd aanhouden.
Korst te dun Temperatuur verhogen of na afloop van de braadtijd de grill even inschakelen.
Het vlees is van binnen niet gaar Neem de toebehoren die niet nodig zijn uit de binnenruimte. Braadtijd verlengen.
Controleer met behulp van een vleesthermometer de kerntemperatuur van het vlees.
Waterdamp in de binnenruimte slaat
neer op de apparaatdeur
Wanneer het apparaat aan is, verdwijnt de waterdamp geleidelijk. Bij zeer veel
waterdamp kunt u kort en voorzichtig de apparaatdeur openen, zodat hij sneller
verdwijnt.