Operation Manual
46
Open braden
Voor het open braden wordt een vorm zonder deksel gebruikt.
Giet zo nodig wat vloeistof in de braadvorm. Tijdens het braden
verdampt de vloeistof. Voeg zo nodig voorzichtig hete vloeistof
toe.
Keer het vlees bij het braden met boven- en onderwarmte %
om nadat ca. de helft of twee derde van de braadtijd verstreken
is.
Bakken in de braadslede
Tijdens het braden in de braadslede ontstaat braadsap. Dit
braadsap kunt u als basis voor een smakelijke saus gebruiken.
Bij het braden in de braadslede kunt u ook bijgerechten (bijv.
groenten) mee laten garen.
Bij kleinere stukken vlees kunt u in plaats van de braadslede
een kleinere braadvorm gebruiken. Plaats deze direct op het
rooster.
Gesloten braden
Voor het gesloten braden wordt een braadvorm met deksel
gebruikt. Gesloten braden is zeer geschikt voor stoofgerechten.
Braadtabel
De braadtijd en temperatuur zijn afhankelijk van de grootte, de
hoogte, de kwaliteit en het soort vlees.
In het algemeen geldt: Hoe groter het braadstuk, des te lager
de temperatuur en des te langer de braadduur.
De opgaven in de tabel zijn richtwaarden en gelden voor het
braden zonder deksel. De waarden kunnen variëren, afhankelijk
van het soort en de hoeveelheid vlees en de braadvorm.
Stel de eerste keer de laagste opgegeven temperatuur in. In
principe levert de laagste temperatuur de meest gelijkmatige
bruining op.
Laat het vlees na afloop van de braadtijd nog ca. 10 minuten
rusten in de uitgeschakelde, gesloten binnenruimte. Bij de
opgegeven braadtijd is de aanbevolen rusttijd niet inbegrepen.
De opgaven in de tabel gelden voor het inschuiven in de
onverwarmde oven en voor vlees dat direct uit de koelkast
komt.
Tips en trucs
2D Hetelucht 3 Boven- en
onderwarmte %
Vlees Inschuif-
hoogte
Tempera-
tuur in °C
Braadtijd in
minuten
Inschuif-
hoogte
Tempera-
tuur in °C
Gehakt (van 500 g vlees) 1 170 180 60 70 2 200 210
Vis, heel (300 g) 1 160 170 30 40 3 180 200
Vis, heel (700 g) 1 160 170 40 50 2 180 200
Varkensvlees
Filet, medium (400 g) 1 170 180 30 45 3 200 220
Braadstuk met zwoerd (1,5 kg) 1 160 170 120 150 2 190 210
Braadstuk, doorregen, zonder zwoerd, bijv. nek (1,5 kg) 1 160 170 100 130 2 190 210
Braadstuk mager (1 kg) 1 170 180 80 100 2 200 220
Casselerrib 1 160 - 180 60 80 2 190 210
Rundvlees
Filet, medium (1 kg) 1 180 190 40 60 2 200 220
Rosbief, medium (1,5 kg) 1 180 190 30 45 2 200 220
Stoofvlees (1,5 kg)* 1 170 180 120 150 2 200 220
Kalfsvlees
Kalfsvlees/borst (1,5 kg) 1 160 170 90 120 2 180
200
Schenkel 1 160 170 100 130 2 190 210
Gevogelte (ongevuld)
Kip, heel (1 kg) 1 170 180 60 70 2 200 220
Eend, heel (2 3 kg) 1 160 - 170 90 120 2 190 210
Gans, heel (3 4 kg) 1 150 160 130 180 2** 180 200
* Stoofvlees gesloten braden
** bij een hoog gerecht inschuifhoogte 1 gebruiken
Korst te dik en/of vlees te droog Inschuifhoogte controleren. Lagere temperatuur of kortere braadtijd aanhouden.
Korst te dun Temperatuur verhogen of na afloop van de braadtijd de grill even inschakelen.
Het vlees is van binnen niet gaar Neem de toebehoren die niet nodig zijn uit de binnenruimte. Braadtijd verlengen. Contro-
leer met behulp van een vleesthermometer de kerntemperatuur van het vlees.
Waterdamp in de binnenruimte slaat
neer op de apparaatdeur
Wanneer het apparaat aan is, verdwijnt de waterdamp geleidelijk. Bij zeer veel water-
damp kunt u kort en voorzichtig de apparaatdeur openen, zodat hij sneller verdwijnt.