Operation Manual

Table Of Contents
33
Braden
: Kans op letsel door gebruik van niet hittebestendige
schalen!
Gebruik alleen braadvormen die speciaal voor de oven
bestemd zijn.
Open braden
Voor het open braden wordt een vorm zonder deksel gebruikt.
Voeg zo nodig vloeistof toe. Tijdens het braden verdampt de
vloeistof in de braadvorm. Voeg zo nodig voorzichtig wat hete
vloeistof toe.
Keer het vlees na ca. de helft of twee derde van de braadtijd
om.
Bakken in de braadslede
De braadslede kunt u als accessoire kopen in uw speciaalzaak
(zie het hoofdstuk: Toebehoren).
Tijdens het braden in de braadslede ontstaat braadsap. Dit
braadsap kunt u als basis voor een smakelijke saus gebruiken.
Bij het braden in de braadslede kunt u ook bijgerechten (bijv.
groenten) mee laten garen.
Bij kleinere stukken vlees kunt u in plaats van de braadslede
een kleinere braadvorm gebruiken. Plaats deze direct op het
rooster.
Gesloten braden
Voor het gesloten braden wordt een braadvorm met deksel
gebruikt. Gesloten braden is zeer geschikt voor stoofgerechten.
Braadtabel
De braadtijd en temperatuur zijn afhankelijk van de grootte, de
hoogte, de kwaliteit en het soort vlees.
In het algemeen geldt: Hoe groter het braadstuk, des te lager
de temperatuur en des te langer de braadduur.
De opgaven in de tabel zijn richtwaarden en gelden voor het
braden zonder deksel. De waarden kunnen variëren, afhankelijk
van het soort en de hoeveelheid vlees en de braadvorm.
Stel de eerste keer de laagste opgegeven temperatuur in. In
principe levert de laagste temperatuur de meest gelijkmatige
bruining op.
Laat het vlees na afloop van de braadtijd nog ca. 10 minuten
rusten in de uitgeschakelde, gesloten binnenruimte. Bij de
opgegeven braadtijd is de aanbevolen rusttijd niet inbegrepen.
De opgaven in de tabel gelden voor het inschuiven in de
onverwarmde oven en voor vlees dat direct uit de koelkast
komt.
Het gebak is te droog Een kortere baktijd en een wat hogere temperatuur aanhouden.
Het gebak is van binnen te vochtig Temperatuur verlagen Let op: baktijden kunnen door hogere temperaturen niet korter
worden (van buiten gaar, van binnen niet). Baktijd verlengen en het deeg langer laten rij-
zen. Minder vloeistof aan het deeg of beslag toevoegen.
Het gebak zakt in nadat u het uit de
oven heeft genomen
Minder vloeistof aan het deeg of beslag toevoegen. Baktijd verlengen of de temperatuur
verlagen.
De opgegeven baktijd is niet juist Controleer bij klein gebak de hoeveelheid op de bakplaat. Klein gebak mag elkaar niet
raken.
Diepvriesproduct is na het bakken niet
overal gelijkmatig bruin geworden
Wanneer diepvriesproducten na het voorbakken in ongelijke mate bruin zijn geworden
blijft dit zo na het bakken.
Diepvriesproduct is niet bruin, niet knap-
perig of de opgegeven tijd is niet juist
Verwijder voor het bakken het ijs van het diepvriesproduct. Gebruik geen sterk met ijs
bedekte diepvriesproducten.
Boven- en
onderwarmte %
Vlees Inschuifhoogte Temperatuur in °C Braadtijd in minuten
Gehakt (van 500 g vlees) 2 200 - 210 60 - 70
Vis, heel (300 g) 2 180 - 200 20 - 30
Vis, heel (700 g) 2 180 - 200 30 - 40
Varkensvlees
Filet, medium (400 g) 3 200 - 230 30 - 45
Braadstuk met zwoerd (1,5 kg) 2 200 - 220 120 - 150
Braadstuk, doorregen, zonder zwoerd, bijv. nek
(1,5 kg)
2 190 - 210 100 - 130
Braadstuk mager (1 kg) 2 180 - 200 70 - 90
Casselerrib 2 190 - 210 70 - 80
Rundvlees
Filet, medium (1 kg) 2 200 - 220 45 - 65
Rosbief, medium (1,5 kg) 2 200 - 220 30 - 45
Stoofvlees (1,5 kg)* 2 200 - 220 120 - 150
* Stoofvlees gesloten braden
** bij een hoog gerecht inschuifhoogte 1 gebruiken