Instructions
30
• Zodra het rode controlelampje op de besturingseenheid knippert, kan een afstandsbediening
worden gekoppeld.
2.3 Afstandsbedieningen met besturingseenheden koppelen
• Schakel naar de trainingsmodus 1 of 2 (zie paragraaf „2.2 Trainen in het omgaan met
verschillende frequenties“).
• Houd de toetsen "I" op de afstandsbediening ong. 5 seconden ingedrukt (het groene
controlelampje geeft activiteit aan).
• Alle gekoppelde LED-verlichtingen schakelen in en het rode controlelampje op de
besturingseenheid gaat uit.
• Afstandsbediening en besturingseenheid(eenheden) zijn hiermee gekoppeld.
• Herhaal de bovenstaande stappen om extra afstandsbedieningen te koppelen.
2.4 Afstandsbediening van de besturingseenheid loskoppelen
• Schakel naar de trainingsmodus 1 of 2 (zie paragraaf „2.2 Trainen in het omgaan met
verschillende frequenties“).
• Houd de toets “O” op de afstandsbediening die u van de besturingseenheid moet
loskoppelen gedurende ong. 5 seconden ingedrukt.
• Het groene controlelampje knippert één keer om aan te geven dat het proces is
begonnen.
• Het groene controlelampje van de afstandsbediening knippert tweemaal en het rode
controlelampje van de besturingseenheid gaat uit om aan te geven dat het proces is voltooid.
2.5 Besturingseenheid naar fabrieksinstellingen terugzetten
Houd (ong. 5 seconden) op de gekoppelde afstandsbediening de toetsen "3" en "4"
ingedrukt, totdat het groene controlelampje van de afstandsbediening eenmaal knippert.
Alle besturingseenheden worden naar de fabrieksinstellingen teruggezet en verliezen alle
eerder gemaakte programmeerinstellingen:
- Tweekleurenmodus
- koud wit
- 100 % helderheid
- Resetten naar fabrieksfrequentie










