Instructions
27
1.2 Algemeen
Alle besturingseenheden en afstandsbedieningen zijn onmiddellijk klaar voor gebruik
(dimmen, kleurverandering en in- en uitschakelen).
1.3 In- en uitschakelen
Alle kanalen
• Druk op de toets "I", om alle kanalen in te schakelen.
• Druk op de toets "O", om alle kanalen uit te schakelen.
Enkel kanaal
• Schakel een enkel kanaal in door op de overeenkomstige kanaaltoets (1, 2, 3, of 4) op
de afstandsbediening te drukken.
• Schakel het kanaal uit door nogmaals op de toets te drukken.
1.4 Kleurtemperatuur
Stel de kleurtemperatuur van alle kanalen met de toetsen met de symbolen en in.
• Houd de toets ingedrukt om een warmere temperatuur in te stellen.
• Houd de toets ingedrukt , om een koelere temperatuur in te stellen.
1.5 Dimmen
• Schakel het kanaal dat u wilt dimmen met de bijbehorende kanaaltoets (1, 2, 3, of 4) in.
• Houd de geselecteerde kanaaltoets ingedrukt om de helderheid in te stellen (maximum
tot minimum en omgekeerd).
Zodra u de toets loslaat, wordt het laatst bereikte helderheidsniveau ingesteld.
Het laatst ingestelde helderheidsniveau wordt opgeslagen na het uitschakelen. De
instellingen worden ook opgeslagen, als de besturingseenheid(heden) zijn losgekoppeld
van het lichtnet.
1.6 Helderheid en kleurtemperatuur terugzetten
Houd de toetsen “1” en ”4” tegelijkertijd ingedrukt en schakel hiermee naar de
basisinstellingen van alle kanalen, op koudwit en 100 % helderheid terug.










