Instructions
11
1.2 Diode
Nu worden de aansluitdraden van de diode in overeenstemming met de rastermaat
rechthoekig omgebogen en in de daarvoor aangebrachte openingen (volgens
onderdelenschema) gestoken. Let er hierbij beslist op, dat de diode met de juiste polariteit
(positie van de kathodestreep) ingebouwd wordt.
Opdat de diode bij het omdraaien van de printplaat er niet uit kan vallen, buigt u de
aansluitdraden van de diode ca. 45° uit elkaar en soldeert u deze met een korte soldeertijd
met de printbanen. Aansluitend worden de uitstekende draden afgeknipt.
D1 = 1 N 4148 universele siliciumdiode
1.3 Condensatoren
Steek de condensatoren in de overeenkomstig gemarkeerde gaten, buig de draden iets uit
elkaar en soldeer deze netjes met de printbanen. Bij de elektrolyt- condensatoren (elco’s)
moet u op de polariteit letten (+ -).
Let op!
Afhankelijk van de fabrikant staan er op de elektrolyt- condensatoren verschillende
polariteitkenmerken. Sommige fabrikanten markeren met “+”, anderen echter met“-“.
Doorslaggevend is de aanduiding van de polariteit, zoals die door de fabrikant op de
elco is gedrukt.
C1 = 47 µF elco
C2 = 2,2 μF elco
C3 = 1 μF = 104 condensator
C4 = 0,1 μF = 104 condensator
C5 = 220 μF elco