User manual

22
De schakeling is geschikt voor een gevoelige temperatuursensor. Raak een van de
transistors aan met uw vinger. De daarbij optredende opwarming verandert de uitgangs-
stroom en wordt zichtbaar als een helderheidsverandering van de LED. Naargelang welke
van de beide transistors u aanraakt, kunt u de helderheid iets verhogen of verlagen. Met de
vinger kan, afhankelijk van de omgevingstemperatuur, een opwarming van ca. 10 °C
geproduceerd worden, die dan goed zichtbaar is. Nog duidelijker word het helderheids-
verschil, wanneer u een van de transistors voorzichtig met een soldeerbout opwarmt.
10 Aan en uit
Nu wordt het digitaal: terwijl in een analoge schakeling meer of minder stroom loopt, is een
digitale schakeling steeds helemaal aan of uit. De schakeling Aan en Uit noemt men ook 1
en 0. De hier gepresenteerde schakeling kan als basismodule voor de computertechniek
gezien worden.
Een schakeling met twee stabiele standen noemt men een tuimelschakeling of flip-flop. Een
LED is of "aan" of "uit", maar nooit "half aan". Afbeelding 28 toont de typische schakeling van
een eenvoudige flip-flop. In principe bestaat de schakeling uit twee gekoppelde versterker-
trappen met gesloten terugkoppeling.
Afb. 28:
Een bistabiele flip-flop
De schakeling kantelt in een van de twee mogelijke standen: als de rechter transistor geleidt,
is de linker gesperd en andersom. De telkens geleidende transistor heeft een lage collector-