User manual
Om de schakeling nog een beetje meer pep te geven, zijn de LEDs in
verschillende kleuren uitgevoerd: de drie eersten en de twee laatsten in de
ketting zijn rood, en de vijf middelste LEDs groen.
Normaal gesproken beweegt de spanning van het boordnet zich namelijk in
het bereik van 12,0 V tot net 14,0 V (dus in de waarste zin van het woord in
het groene bereik). Als de spanning daarbuiten ligt, wordt dat door een rode
LED aangegeven en u dient zo spoedig mogelijk te zorgen dat het probleem
verholpen wordt.
Bij te hoge waarden zou er iets met de regelaar niet in orde kunnen zijn, het-
geen een negatief effect op de levensduur van de gloeilampen heeft (een
zaak voor de garage). Bij te lage spanningen is de accu niet voldoende
geladen, hetgeen u zelf kunt verhelpen (eventueel door een ritje met een
hoog toerental).
In het schakelschema herkent u nog de Z-diode D1, die korte spannings-
pieken moet afkappen. Deze diode dient dus niet als beschermingsmaatregel
tegen te hoge accu- spanningen bij het uitvallen van de accu- regelaar o.d.!
De IC is echter ook zeer gevoelig voor heel korte pieken, die b.v. bij het
schakelen van inductieve lasten optreden, en daartegen helpt de Z-diode.
Bij het opbouwen vragen we u voldoende zorgvuldig te werken, omdat er
ondanks de eenvoudige schakeling nog tal van mogelijkheden voor fouten
zijn. Bij de kleinste montagefout kan het tot een totaal uitvallen komen, waar-
voor dan vaak snel schuldigen gezocht worden. Bij een verkeerde ingebruik-
name brandt de Z-diode door, hetgeen ook de zin van zijn bestaan is. En als
u in de auto bij niet afgezekerde stroomcircuits een kortsluiting veroorzaakt,
brandt er nog heel wat anders door!
Dit moet u niet bang maken voor het opbouwen, maar alleen waarschuwen
voor gedachteloosheid of onvoorzichtigheid!
U begint de opbouw met de meest ongecompliceerde onderdelen, hier dus
met de beide weerstanden en de IC- fitting. Natuurlijk mag u R1 en R2 niet
verwisselen, omdat er dan nooit een verstandige compensatie plaatsvindt.
De fitting wijst met de markeringskeep in de richting van LED 1. Op precies
10
dezelfde manier moet later de IC er ingezet worden, maar graag pas aan het
eind, als de overige montage klaar is.
Bij het solderen van de beide potmeters kunt u niets verkeerd doen, want
beide hebben dezelfde waarde. De Z-diode D1 wijst met de kathodekant
naar de LEDs, dat is de met een zwarte ring gekenmerkte aansluiting, waar-
bij de type- aanduiding zeer wel mogelijk van de aanduiding in de stuklijst
kan afwijken. Alleen moet er ergens ‘18’ opgedrukt zijn, waarachter de werk-
spanning van 18 V verborgen zit.
Voor de latere verbinding met de elektriciteit in de auto (het boordnet) kunt u
de soldeerstiften nemen of ook een tweepolige schroefklem. Let later in ieder
geval op de juiste poling bij de spanningstoevoer.
Overleg voor het solderen van de tien lichtdiodes, of u de module eventueel
in een behuizing wilt inbouwen; want in dat geval moet u de bouwhoogte van
de LEDs aanpassen aan de afmetingen van de behuizing. U bereikt de juiste
afstand met een trucje: een houtje of een op maat gesneden stukje karton
stelt de gewenste afstand tot de printplaat voor. In deze positie soldeert u
eerst per LED slechts een pootje.
Let er svp op, dat de (afgevlakte) kathodekant van alle LEDs (dat is dus het
kortere pootje) in dezelfde richting wijst (naar de soldeerstiften).
Na het "aanhechten" kunt u alle koppen netjes uitrichten en het desbetref-
fende vrije pootje netjes vastsolderen. Uit veiligheidsoverwegingen worden
aansluitend nog eenmaal de "aanhechtings" – soldeerplekken nagesoldeerd.
Na het afsluiten van deze werkzaamheden komt de afregeling aan de beurt,
die u consequent ten einde dient te brengen. Anders is het mooiste uiterlijk
niets, als er foutieve waarden aangegeven worden.
Sluit hiertoe een instelbare netvoeding aan en breng vervolgens beide
potmeters in de middenpositie. Bij het toevoeren van 15,0 V van de netvoeding
moet P1 zo versteld worden, dat lichtdiode nr. 10 net begint te branden
(bovenste limietwaarde).
Draai dan de spanning omlaag naar 10,5 V en stel P2 zo in, dat LED nr. 1 net
11