User manual

2.7 Het afregelen van de beide eindwaarden (P1 = 15 V en P2 = 10,5 V)
moet meerdere keren uitgevoerd worden, omdat de beide afregel-
procedures elkaar enigszins beïnvloeden.
2.8 Als tot hier toe alles in orde is, kunt u de hierna volgende fouten-
checklist overslaan.
2.9 Als er tegen de verwachting in niet afgeregeld kan worden resp. als de
LEDs niet oplichten of er iets anders niet goed functioneert, schakel
dan onmiddellijk de werkspanning uit en controleer de complete
printplaat nogmaals aan de hand van de volgende checklist.
Checklist voor het vinden van fouten
Vink elke controlestap af!
Voor u met het controleren van de schakeling begint, moet u deze
beslist loskoppelen van de werkspanning.
Is de juiste werkspanning ingesteld (tussen 11 en 15 volt)?
Is de werkspanning juist gepoold?
Levert de netvoeding de voor de schakeling noodzakelijke stroom?
Werkspanning weer uitschakelen.
Zijn de weerstanden er correct ingesoldeerd?
Controleer de waarden nogmaals volgens 1.1 van de handleiding.
Is de diode er met de juiste poling ingesoldeerd?
Komt de op de diode aangebrachte kathodering overeen met de
opdruk op de printplaat?
De kathodering van D1 moet naar de LEDs wijzen.
Zijn de LEDs met de juiste poling gesoldeerd?
Als u een lichtdiode tegen het licht houdt, dan herkent u de kathode
25
2. Bouwfase II:
Aansluiting / Ingebruikneming
2.1 Nadat de onderdelen op de printplaat zijn gemonteerd en gecontroleerd
zijn op eventuele fouten (slechte soldeerverbindingen, tinbruggen), kan
een eerste functietest uitgevoerd worden.
Let er op, dat dit bouwpakket alleen met gezeefde gelijkspanning
uit een netvoeding of met een batterij/ accu van stroom voorzien
mag worden. Deze spanningsbron moet ook de nodige stroom
kunnen leveren.
Autoladers of speelgoedtreintrafo’s zijn hierbij als spannings-
bron niet geschikt en leiden tot beschadiging van componenten
resp. tot het niet functioneren van de module.
Levensgevaar
Als u een netvoeding als spanningsbron gebruikt, dan moet
deze beslist voldoen aan de VDE- voorschriften!!
2.2 Draai nu met een kleine schroevendraaier de slepers van de beide
potmeters ongeveer in middenpositie.
2.3 Om de module af te regelen heeft u een regelbare netvoeding nodig.
Stel de werkspanning in op 15 V.
2.4 Sluit nu de ingestelde werkspanning van 15 V = met de juiste poling
aan op de met "+" en "-" gekenmerkte soldeerstiften.
Let daarbij goed op de polariteit, omdat er anders
onderdelen vernield worden.
2.5 Met behulp van de beide potmeters worden de bovenste en de onderste
spanningslimiet ingesteld. Draai nu de trimpotmeter P1 zo, dat LED 10
(15 V) begint te branden.
2.6 Daarna wordt de netvoeding ingesteld op 10,5 V en met P2 wordt
LED 1 (10,5 V) aan het branden gebracht.
24