G E B R U I K S A A N W I J Z I N G Bestnr.: 19 71 65 Controlemeter autoaccu met LED’s Impressum Omwille van het milieu 100% recyclingpapier Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatisch gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van CONRAD ELECTRONIC NEDERLAND BV.
Belangrijk! Beslist lezen! Introductie Deze gebruiksaanwijzing is een integraal onderdeel van dit product. Er staan belangrijke aanwijzingen in betreffende de ingebruikneming en het gebruik. Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door! Bij schades, die ontstaan door het niet in acht nemen van deze handleiding, vervalt het recht op garantie! Wij zijn niet aansprakelijk voor schades en letsel die daarvan het gevolg zijn.
• De positie van de module tijdens gebruik is naar keuze. • De toegestane omgevingstemperatuur (kamertemperatuur) moet tijdens het gebruik liggen tussen 0 °C en 40 °C. • Gebruik de module niet in een omgeving waar brandbare gassen, dampen of stoffen aanwezig (kunnen) zijn. • Het apparaat is bedoeld voor gebruik in droge en schone ruimtes. • • Bij de vorming van condenswater moet een acclimatiseringtijd van maximaal 2 uur afgewacht worden.
• Onderdelen, modules of apparaten mogen alleen in gebruik worden genomen, als ze eerst, beschermd tegen aanraken, ingebouwd zijn in een behuizing. Tijdens de inbouw moeten ze stroomloos zijn. • U mag alleen gereedschappen gebruiken bij het werken aan apparaten, onderdelen of modules, als er vastgesteld is dat de apparaten losgekoppeld zijn van de stroomvoorziening en dat elektrische ladingen, die opgeslagen zijn in onderdelen van het apparaat, eerst ontladen zijn.
Elektromagnetische Verdraagzaamheid) en heeft het bijbehorende - kenmerk gekregen. Elke verandering van de schakeling resp. het gebruik van andere dan de aangegeven onderdelen doet deze toekenning teniet! Beschrijving van de schakeling Bij de auto- accu gaat het in de meeste gevallen om een loodaccu. Deze is robuust genoeg om de ruwe gebruiksomstandigheden te weerstaan (schokken en grote temperatuurschommelingen) en bovendien spelen de prijs en voldoende ruimte in de auto een rol.
Om de schakeling nog een beetje meer pep te geven, zijn de LEDs in verschillende kleuren uitgevoerd: de drie eersten en de twee laatsten in de ketting zijn rood, en de vijf middelste LEDs groen. Normaal gesproken beweegt de spanning van het boordnet zich namelijk in het bereik van 12,0 V tot net 14,0 V (dus in de waarste zin van het woord in het groene bereik). Als de spanning daarbuiten ligt, wordt dat door een rode LED aangegeven en u dient zo spoedig mogelijk te zorgen dat het probleem verholpen wordt.
aangaat (onderste limietwaarde). U mag hierbij nooit boven 17 V voeden, omdat de (onbeschermde) Z-diode dat niet kan verwerken! Deze instellingen moet u afwisselend nog een paar keer herhalen, dus P1 bij 15 V nastellen en P2 bij 10,5 V; er bestaat namelijk een wederzijdse beïnvloeding van beide afregelingen, die dit naregelen noodzakelijk maakt.
Als alles hier klopt, dan moet als volgende eventueel de schuld bij een koude soldeerplek gezocht worden. Deze onaangename begeleiders van het knutselleven treden op, als of de soldeerplek niet juist verhit werd, zodat het tin geen goed contact heeft met de printbanen, of als u bij het afkoelen net op het moment van stolling de verbinding bewogen heeft. Zulke fouten herkent u meestal aan het matte uiterlijk van het oppervlak van de soldeerplek. De enige oplossing is, de soldeerplek nogmaals te solderen.
kan worden. Dat betekent: de warmte van de soldeerbout moet goed naar de te solderen plek geleid worden. Gebruik een kleine soldeerbout met max. 30 Watt verhittingsvermogen. De soldeerbout moet vrij zijn van roest, opdat de warmte goed afgeleid kan worden. Dat betekent: de warmte van de soldeerbout moet goed naar de te solderen plek geleid worden. schakeling nogmaals, om te zien of alle onderdelen er op de juiste manier ingezet zijn met de juiste poling.
1.2 Diode 1.4 Trimpotmeter Nu worden de aansluitdraden van de dioden volgens de rasterafmetingen rechthoekig omgebogen en in de aanwezige openingen (volgens onderdelenopdruk) gestoken. Let daarbij beslist op de polariteit (= positie van de kathodestreep). Opdat de diodes er bij het omdraaien van de printplaat niet uitvallen, buigt u de aansluitdraden ca. 45° uit elkaar, en soldeert u ze met een korte soldeertijd met de printbanen. Dan worden de uitstekende draden afgeknipt.
LED LED LED LED LED LED LED LED LED LED 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 = = = = = = = = = = rood rood rood groen groen groen groen groen rood rood Ø Ø Ø Ø Ø Ø Ø Ø Ø Ø 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 mm mm mm mm mm mm mm mm mm mm 1.7 Geïntegreerde schakeling (IC) Tot slot wordt de IC met de juiste polingen in de daarvoor bedoelde fitting gestoken. Let op! Geïntegreerde schakelingen zijn zeer gevoelig voor verkeerde poling! Let daarom op de desbetreffende kentekening van de IC (keep of punt).
22 onderste limiet Nadruk met vriendelijke toestemming van het tijdschrift ELECTRONIC ACTUELL bovenste limiet Schakeling Onderdelenschema 23
2. Bouwfase II: 2.7 Het afregelen van de beide eindwaarden (P1 = 15 V en P2 = 10,5 V) moet meerdere keren uitgevoerd worden, omdat de beide afregelprocedures elkaar enigszins beïnvloeden. Aansluiting / Ingebruikneming 2.1 Nadat de onderdelen op de printplaat zijn gemonteerd en gecontroleerd zijn op eventuele fouten (slechte soldeerverbindingen, tinbruggen), kan een eerste functietest uitgevoerd worden.
aan de grotere elektrode binnenin de LED. In de opdruk op de printplaat wordt de positie van de kathode door een afvlakking in de omtrek van de behuizing van de LED weergegeven. De kathoden van de LEDs wijzen allemaal in één richting. (Vergelijk nogmaals punt 1.6 van de handleiding). Is de geïntegreerde schakeling met de juiste poling in de fitting geplaatst? De inkeping of de punt van de IC moet naar LED 1 wijzen.
Dit geldt: • als het apparaat zichtbaar beschadigd is • als het apparaat niet meer functioneert • als er onderdelen van het apparaat los zitten of niet goed vastzitten • als de verbindingskabels zichtbaar beschadigd zijn. Garantie Op dit apparaat verlenen wij 1 jaar garantie. De garantie omvat het gratis verhelpen van die gebreken, die nawijsbaar terug te voeren zijn op het gebruik van niet perfect materiaal of fabricagefouten.