User manual
14
1.4 IC-fittingen
Steek nu de fittingen voor de geïntegreerde schakelcircuits in de overeenkomstige
posities op de onderdelenzijde van de printplaat.
LET OP:
Let op de inkeping of op andere kenmerken aan de kopzijde van de fitting. Dit
is de markering (aansluiting 1) voor het IC, welke later ingezet wordt. De fitting
moet op die manier ingezet worden, dat deze markering met de markering op
de onderdelenkant overeenkomt!
Om te voorkomen, dat de fittingen weer uitvallen bij het omdraaien van de printplaat
(om te solderen), moet u twee kruislings tegenover elkaar liggende pinnen ombuigen
en daarna alle aansluitpootjes vastsolderen.
2 x fitting 8-pol.
1.5 Transistors
In deze werkfase worden de transistors overeenkomstig de onderdelenopdruk
geplaatst en op de printbaanzijde gesoldeerd.
Let daarbij op de positie: de omtrek van de behuizing van de transistors moet
overeenstemmen met die van de opdruk op de printplaat. Oriënteer u hierbij aan de
afgevlakte kant van de behuizing.
De aansluitpootjes mogen zich elkaar in geen geval kruisen, bovendien moet dit
onderdeel met ca. 5 mm afstand tot de printplaat vastgesoldeerd worden.
Let op een korte soldeertijd, opdat de transistors niet door oververhitting vernield
worden.
T1 = BC 557, 558, 559 A, B of C Transistor met klein vermogen
T2 = BC 547, 548, 549 A, B of C Transistor met klein vermogen