User manual
49
Om het programma algemeen geldend en gemakkelijk wijzigbaar te houden, worden nu nog slechts drie
variabelen gedefinieerd:
z Aantal LED's
Het aantal LED's wordt met behulp van de functie
len() automatisch uit de lijst
LED overgenomen
w Herhalingen
Elk patroon wordt, opdat men het beter herkent, standaard vijf keer herhaald.
Dit aantal kan willekeurig worden gewijzigd en geldt dan voor alle patronen.
t Tijd
Deze variabele geeft weer, hoe lang een LED tijdens het knipperen is
ingeschakeld. De hierop volgende pauze duurt overeenkomstig lang. De naam
t
is voor variabelen, die tijdstippen in programma's opslaan, in bijna alle
programmeertalen ingeburgerd.
De als variabelen gedefinieerde waarden zijn alleen op deze plaats vast in het programma ingebouwd en
kunnen zo gemakkelijk worden gewijzigd. Na deze definities start het eigenlijke programma.
print ("Keuze uit lichteffecten"); print ("1 – Looplicht cyclisch")
print ("2 – Looplicht heen en terug"); print ("3 – op- en neergaand")
print ("4 – allen knipperen gelijktijdig"); print ("5 – allen knipperen willekeurig")
print ("Strg+C beëindigt het programma")
Deze regels geven voor de gebruiker een handleiding op het beeldscherm, met welke cijfertoets welk patroon
wordt weergegeven.
Afb. 5.3: Het programma op het beeldscherm.
Nadat de keuze is aangegeven, start de hoofdlus van het programma. Hiervoor gebruiken wij tevens hier een
while True:-gesloten lus, die in eentry...except aanwijzing is ingebed.
e = raw_input ("Kies een voorbeeld a.u.b.: ") Direct aan het begin van de lus wacht het
programma op een gebruikersinvoer, die in de variabelen
e wordt opgeslagen. De functie raw_input()
neemt de invoer in normale tekst over zonder ze te beoordelen. Im tegenstelling hierop, worden met
input() ingevoerde wiskundige handelingen of namen van variabelen direct beoordeeld. In de meeste