User manual
22
In het leerpakket zijn weerstanden in drie verschillende waarden opgenomen:
Waarde 1. Ring
(tien)
2. Ring
(één)
3. Ring
(multipl.)
4. Ring
(tolerantie
)
Toepassing
220 Ohm Rood Rood Bruin Goud
Voorweerstand voor
LED's
1 kilo-ohm Bruin zwart Rood Goud
Beveiligingsweerstand
voor GPIO-ingangen
10 kilo-ohm Bruin zwart Oranje Goud
Pull-down-weerstand
voor GPIO-ingangen
Tab. 2.2: Kleurcodes van de weerstanden in het leerpakket.
Let vooral bij de 1-kilo-ohm- en 10-kilo-ohm-weerstanden nauwkeurig op de kleuren. Deze kunnen
gemakkelijk worden verwisseld.
2.2 LED aansluiten
Aan de GPIO-poorten kunnen LED's (LED = Light Emitting Diode) worden aangesloten voor lichtsignalen en
lichteffecten. Hierbij moet tussen de gebruikte GPIO-pin en de anode van de LED een 220-ohm-
voorweerstand (rood-rood-bruin) worden ingebouwd, om de doorgevoerde stroom te begrenzen en hiermee
doorbranden van de LED te voorkomen. Daarnaast beveiligt de voorweerstand tevens de GPIO-uitgang van de
Raspberry Pi, omdat de LED in doorstroomrichting nauwelijks weerstand biedt en daarom de GPIO-poort bij
verbinding met massa snel overbelast zou kunnen worden. De kathode van de LED verbindt men met de
aardleiding op pin 6.
In welke richting moet de LED aangesloten?
De beide aansluitdraden van een LED zijn verschillend van lengte. De langere van de twee is de pluspool,
de anode, de kortere de kathode. Eenvoudig te onthouden: Het plusteken heeft één streep meer dan het
minteken en maakt hiermee de draad iets langer. Bovendien zijn de meeste LED's aan de minkant
afgevlakt, net als een minteken. Eenvoudig te onthouden: Kathode = kort = kant
Sluit als eerste een LED via een 220-ohm-voorweerstand (rood-rood-bruin) op een +3,3-V-aansluiting (pin 1)
aan en verbind de minpool van de LED met de aardleiding (pin 6), zoals in de afbeelding weergegeven.