User manual
19
Voorzichtig
Verbind in geen geval enigerlei GPIO-pinnen met elkaar om daarna te wachten, wat er gebeurt, maar volg
absoluut de onderstaande aanwijzingen op:
enkele GPIO-pinnen zijn direct met aansluitingen van de processor verbonden, kortsluiting kan de
Raspberry Pi volledig kapot maken. Verbindt men twee pinnen met elkaar via een schakelaar of een LED,
moet hiertussen altijd een voorweerstand worden geschakeld.
Gebruik voor logicasignalen altijd pin 1 die +3,3 V levert en tot 50 mA kan worden belast. Pin 6 is de
aardkabel voor logicasignalen. De andere, met
Ground
of
3V3
gekenmerkte pinnen 9, 14, 17, 20, 25 zijn
bedoeld voor toekomstige uitbreidingen. Ze kunnen zoals nu beschreven worden gebruikt. Doe dit echter
niet, wanneer u de eigen projecten ook op toekomstige Raspberry Pi-versies wilt kunnen gebruiken.
Elke GPIO-pin kan als uitgang (bijv. voor LED's) of als ingang (bijv. voor toetsen) worden geschakeld.
GPIO-uitgangen leveren in de logicatoestand
1
een spanning van +3,3 V, in de logicatoestand
0
0 Volt.
GPIO-ingangen leveren bij een spanning tot +1,7 V het logicasignaal
0
, bij een spanning tussen +1,7 V en
+3,3 V het logicasignaal
1
.
Pin 2 levert +5 V voor de voeding van externe hardware. Hier kan zoveel stroom worden onttrokken, als
de USB-netadapter van de Raspberry Pi levert. Deze pin mag echter niet met een GPIO-ingang worden
verbonden.
2.1 Onderdelen in het pakket
Het leerpakket bevat verschillende elektronische onderdelen, waarmee de beschreven experimenten (en
natuurlijk ook eigen) kunnen worden opgebouwd. Op deze plaats worden de onderdelen alleen kort
voorgesteld. De noodzakelijke praktijkervaring in het omgaan hiermee, zorgen dan voor de echte
experimenten.
• 2x insteekprintplaat
• 1x LED rood
• 1x LED geel
• 1x LED groen
• 1x LED blauw
• 4x toetsen
• 4x weerstand 10 kilo-ohm (bruin-zwart-oranje)
• 4x weerstand 1 kilo-ohm (bruin-zwart-rood)