User manual
zich op het nieuwe IP in.
success &= sendCom("AT+CIPSTART=\"UDP\",\"
192.168.255.255\",90,91,2", "OK");
Voor deze parameter zijn er de volgende mogelijkheden:
1
Modus 0: Dit betekent dat het IP en de port niet wijzigen. Dit is ook de default-
instelling, wat duidelijk wordt wanneer u de andere modi beschouwt.
2
Modus 1: De instellingen veranderen een maal. Dit betekent het volgende: Wan-
neer de module met het net gebruikte broadcast-adres start en er dan door een pc
iets wordt ontvangen, stelt de module zich op het nieuwe adres van de pc in. Met
andere woorden wordt dan het doel-IP dat u hebt ingevoerd, overbodig en wordt in
de plaats naar het nieuwe adres verzonden. Dit adres blijft ook bestaan wanneer
de module data van een andere pc gestuurd krijgt.
3
Modus 2: De instellingen wijzigen bij elke ontvangst van een nieuw apparaat. Dit
betekent dat het IP toch op een nieuwe pc kan worden ingesteld, ook wanneer het
reeds eenmaal werd gewijzigd.
Dit is ook de reden waarom u eerst een bevel naar de module moet verzenden
voor u data kunt ontvangen. U moet dan ook vanaf deze computer data kunnen
ontvangen. Tenzij u vanaf de nieuwe pc opnieuw een bericht naar de module
verzendt.
001
boolean sendUDP(String Msg)
002
{
003
boolean success = true;
004
005
success &= sendCom("AT+CIPSEND=" + String(Msg.length() + 2),
006
if (success)
007
{
008
success &= sendCom(Msg, "OK");
009
}
010
return success;
011
}