User manual

009
In het Arduino-programma is voor de communicatieweg vooral de functie confi-
gUDP() beslissend. Daar worden de voor de overdracht belangrijke instellingen
uitgevoerd. Als eerste wordt de datatransparantiemodus met CIPMODE op 0 ge-
zet. Tenslotte wordt met CIPMUX=0 ingesteld dat er slechts een enkele verbinding
is toegestaan. Het beslissende bevel is CIPSTART. Daarmee wordt een verbin-
ding aangemaakt en wel met IP 192.168.4.2, i.e. uw pc en PORT 90 waaraan het
programma Packet Sender met zijn UDP-server afluistert. Dat zijn eerst alle stap-
pen die nodig zijn om een eerste communicatie op te bouwen.
2.2 | Gegevens verzenden en ontvangen met UDP
In het vorige project werd de UDP-communicatie in een richting, i.e. van het board
naar de pc getest. In dit programma wordt de module zo ingesteld dat een com-
municatie ook in de andere richting mogelijk is, bijna als in een chat.
Het programma
Het programma van vandaag bevat in principe slechts een minimale wijziging die
echter een grote invloed op de communicatie met het UPD-protocol heeft. Wan-
neer u het programma uploadt, wordt opnieuw een Acces Point aangemaakt
waarmee u zich met de pc kunt verbinden. Ook deze keer zult u Packet Sender of
een vergelijkbaar programma nodig hebben. Start het programma en stel dezelfde
instellingen als totnogtoe in (File -> Settings -> Network: Enable UDP Server, Port
90). Vervolgens moet u nog in het hoofdvenster in het veld IP-adres het adres van
de module (192.168.4.1) intikken, de port op 91 instellen en in het verder rechts
staande dropdownmenu het punt UDP selecteren. Als beide instellingen zijn ge-
maakt en de Serial Monitor geopend, kunt u het eerste bericht naar de module
zenden door bv. Hi in het met ASCII gemarkeerde veld te tikken.
Wanneer u nu op Send klikt, verschijnt in de Serial Monitor:
001
002