User manual
026
}
De belangrijkste functies die u in bijna elk programma zult vinden, zijn daarmee
behandeld. In de bekende Arduino-functies setup() en loop() worden deze functies
nu gebruikt. Eerst worden beide seriële interfaces met 19200 Baud geïnstalleerd.
Pas dan wordt de functie espConfig() opgeroepen. In geval van fout wordt onmid-
dellijk de serialDebug()-functie gestart. Als alles in orde was, wordt een positief
bericht verzonden. In latere programma's zal de LED aan pin 13, die op het board
met D3 is gemarkeerd, bij een succesvolle configuratie bijkomend branden. Daar-
mee hebt u ook feedback wanneer de module niet aan een pc met seriële monitor
is aangesloten. In dit verzoek is de LED alleszins voor de terugmelding van de
ping-status nodig. De vraag gebeurt ook onmiddellijk in de volgende regel na de
configuratie. Het AT+PING-commando met het Google-adres wordt als parameter
verzonden. U kunt in plaats van dit adres ook een IP-adres in uw lokaal netwerk
opvragen. Indien succesvol, verschijnt er een melding en de voornoemde LED D3
wordt geactiveerd. Als laatste actie springt het programma in de loop-functie die
aan uw zijde de serialDebug()-functie oproept. U kunt dus na het programma meer
bevelen testen en zo bijvoorbeeld meer adressen aanpingen.
1.3 | Een netwerk herkennen
In dit hoofdstuk gaat het onder andere voor het eerst over een kleinere hardware-
opbouw. Doel van het project is een soort alarminstallatie, die reageert wanneer
een bepaald netwerk in uw bereik komt of ingeschakeld wordt.
Er worden slechts twee elementen en een beetje
kabel gebruikt. De precieze opbouw vindt u in de
opbouwafbeeldingen.
Benodigde elementen
1 x breadboard, 1 x NanoESP, 1 x Piezo, draadbrug