User manual
Wanneer alles juist werd opgebouwd, licht de LED op. De IC heeft ook de spanning aan de uitgang
uitgeschakeld (logische één) en heeft daarmee de ingangstoestand omgekeerd. Voor de meeste proeven
met de 4060 moet aanvullend de reset-ingang (RES) aan GND gelegd worden. De rode LED aan de VCC-
aansluiting toont de bedrijfsspanning en beschermt de IC. Wanneer alles correct is branden beide LEDs
even helder.
7 Een open ingang
Open het zevende deurtje en neem een weerstand eruit. Deze heeft 22 MΩ (22 mega-ohm, rood, rood,
blauw) en wordt in de volgende proeven altijd weer in het oscillatorcircuit gebruikt. De weerstand wordt
slechts eenzijdig aan de ingang OSC1 aangesloten. Daarmee heeft men een »open ingang«. Het is
onbestemd of één of nul is aangesloten, de LED is aan of uit. Het resultaat is toevallig en kan worden
beïnvloed door naderen met de vinger. Reeds binnen een afstand van enkele centimeters kan de toestand
van het poortje veranderen. De statische ladingen en de daarmee verbonden elektrische velden zijn
daarvoor verantwoordelijk.
Door kort aantikken met de vinger kan de uitgang in- of uitgeschakeld worden. Wanneer deze is
ingeschakeld lichten de beide LEDs op, is deze uitgeschakeld, dan kunnen beide LEDs uit zijn. De IC heeft
dan zelf praktisch geen stroom meer nodig. Er kunnen zich echter toestanden voordoen waarbij de
uitgang weliswaar nog uit is, maar de IC desondanks toch een zekere stroom nodig heeft. Dat is het geval
wanneer de ingangsspanning noch bij nul noch bij de bedrijfsspanning ligt, maar ergens tussen deze
spanningen. Zolang de ingang wordt aangeraakt, kan zich ook een halve helderheid voordoen waarbij de
LEDs daadwerkelijk zeer snel knipperen. Dit komt door de 50 Hz wisselvelden van het elektriciteitsnet,
doe ertoe leiden dat het eigen lichaam een kleine wisselspanning voert.
8 Terugkoppeling
Een weerstand met 10 kΩ (bruin, zwart, oranje) vindt u achter het deurtje nummer 8. Deze wordt
ditmaal als veiligheidsweerstand aan de ingang van de ICS gebruikt. De 22 MΩ weerstand verbindt de
tweede uitgang met de ingang van het oscillatorcircuit. De LED is aan of uit, dat is vooraf niet te zeggen.
Een bestaande toestand blijft willekeurig lang behouden. U kunt de toestand echter veranderen wanneer
u de vrije aansluiting aan de ingang nu eens aan de plus en dan weer aan de min houdt. Bovendien kunt
u met een beetje geluk de LED in- of uitschakelen, wanneer u de weerstand eenvoudig alleen met de
vinger aantikt of met een stuk draad aanraakt, dat u in de hand houdt.
In dit circuit liggen twee omzetters achter elkaar. Een ingangstoestand nul wordt na de eerste omzetter
een toestand één en na de tweede omzetter weer nul. Via de terugkoppeling blijft men dan de nul-
toestand ook behouden bij de ingang. Omgekeerd verschijnt een één-toestand bij de uitgang weer als
één en blijft bestaan. Wanneer de ingang echter ook slechts heel kort in de andere toestand wordt
gebracht, kipt het circuit om. Daarvoor is een toevallige impuls die ontstaat bij aanraking terwijl u
elektrisch geladen bent vaak voldoende.Men noemt een dergelijk circuit ook tijdbasisschakeling of
flipflop. het circuit is daarmee tegelijkertijd een digitale opslag met de opslagcapaciteit 1 bit. Wanneer u
de rechter LED aan de uitgang OSC3 uit het circuit neemt, is het circuit ook in één-toestand praktisch










