User manual

50: subroutine: geluid lang
52: subroutine: geluid kort
53: subroutine: geluid willekeurig, lengte in A
60: subroutine: wachten tot indrukken van toets aan S1
68: subroutine: wachten tot indrukken van toets aan S2
70: subroutine: getallen invoeren met S1 en S2
De subroutine vanaf adres 60 wordt nu gebruikt om een teller op te bouwen die via de toets S1
wordt aangestuurd. De teller begint op 0. Het hoofdprogramma is relatief kort omdat de complexe
taak van het uitlezen van de toets in de subroutine wordt ondergebracht.
Adres
Instructie
Gegevens
Commentaar
00 4 0 A = 0
01 5 4 Uitvoer
02 7 1 A = A+1
03 8 6 Pagina 6
04 D 0 Call 60, toets S1
05 3 4 Spring –4
40 54 71 86 D0 34
Listing 22: via S1 gestuurde teller
Test het programma. Wanneer u tien maal op S1 drukt moet het resultaat 1010 zijn. Wijzig het
programma zo dat de subroutine vanaf adres 68 wordt gebruikt. Nu reageert de teller op S2.
18 Schemerschakelaar
Een schemerschakelaar moet het licht inschakelen wanneer het omgevingslicht onder een
bepaalde grenswaarde komt. Wanneer het lichter wordt, moet het licht weer worden uitgeschakeld.
Er moet voor worden gezorgd dat het licht op de grens van licht en donker niet knippert. Dit is
mogelijk met behulp van een hysterese, d.w.z. een zekere afstand tussen de inschakel- en de
uitschakelhelderheid. Het hier beschreven programma werkt volgens de volgende regels:
• Wanneer de spanning aan AD1 niet hoger wordt dan 5, wordt het licht uitgeschakeld.
• Wanneer de spanning aan AD1 niet lager wordt dan 9, wordt het licht ingeschakeld.
Hiermee ontstaat een middenbereik waarin de toestand niet wordt gewijzigd. Dit bereik voorkomt
dat de LED's gaan knipperen.
0–5: LED's uit
6-8: LED's onveranderd
9-15: LED's aan
Adres
Instructie
Gegevens
Commentaar
00 1 0 LED’s 0000
01 4 5 A = 5