User manual

14
Afb 19: Voor spannings- en
weerstandsmetingen moet u bij dit
model het rode meetsnoer in de rechtse
opening (HzVΩ) steken. Voor het meten
van kleine stromen moet de aansluiting
µAmA worden gebruikt.
Het meetinstrument correct instellen
Multimeters meten niet eenvoudigweg alleen spanning, stroom en
weerstand. Ze moeten correct worden ingesteld, want er is bijvoorbeeld
verschil tussen gelijk- en wisselspanning/stroom. Bovendien hebben de
multimeters verschillende meetbereiken. De Voltcraft VC-11 heeft
bijvoorbeeld alleen al 5 meetbereiken voor gelijkspanning: voor zeer kleine
spanningen tot 200 mV, 2 V, 20 V,
200 V en 250 V.
Omdat u vooraf niet precies kunt inschatten hoe hoog de te meten
spanning is, moet u steeds beginnen met het hoogste bereik. Bij de
Voltcraft VC-11 is dat voor gelijkspanning 250 V. Als er op het display
slechts een lage meetwaarde wordt getoond, bijvoorbeeld 14 V, dan kunt u
terugschakelen naar het meetbereik 20 V. Het instrument meet dan met de
hoogst mogelijke nauwkeurigheid.
Ook bij het meten van andere grootheden, bijvoorbeeld wisselspanning,
gelijk- en wisselstroom, weerstand e.d., moet u zo te werk gaan.
Door te beginnen met het hoogste meetbereik, beschermt u de kwetsbare
meetelektronica tegen overbelasting en de onherstelbare schade die
daaruit voorkomt. Maak er daarom een gewoonte van om bij iedere
meting te beginnen met het hoogste meetbereik.