Operation Manual

De monitor bedienen
4–2 Gebruikershandleiding
De functie voor automatische aanpassing gebruiken
U kunt de schermprestaties voor de VGA-ingang eenvoudig optimaliseren met behulp van de toets Auto/Select op de
monitor en het automatische testpatroon op de meegeleverde cd.
Gebruik deze procedure niet als uw monitor een DVI- of HDMI-ingang gebruikt (alleen bepaalde modellen). Als uw
monitor de VGA-ingang gebruikt, kan deze procedure de volgende beeldkwaliteit corrigeren:
Wazige of onduidelijke focus
Nalichten, strepen of schaduweffecten
Vage verticale balken
Dunne horizontale rollende lijnen
Beeld niet in het midden
Ä
VOORZICHTIG: Inbranden van het beeld kan voorkomen op monitors die gedurende een lange tijd hetzelfde
statische beeld op scherm weergeven. Om inbranden van het beeld op uw monitorscherm te vermijden, moet u altijd
een schermbeveiliging gebruiken of de monitor uitschakelen als hij gedurende lange tijd niet gebruikt wordt.
Om de functie Automatisch aanpassen te gebruiken:
1. Laat de monitor 20 minuten opwarmen voor u aanpassingen doet.
2. Druk op de knop Auto/Select op het voorpaneel van de monitor.
U kunt ook op de menuknop drukken en vervolgens Beeldbesturing en Automatisch aanpassen
selecteren in het OSD-menu. Zie "Aanpassen van schermkwaliteit" in dit hoofdstuk.
Als het resultaat niet bevredigend is, gaat u verder met de procedure.
3. Plaats de cd in het cd-rom-station van de computer. Het cd-menu wordt weergegeven.
4. Selecteer de taal.
5. Selecteer Automatische aanpassingssoftware openen.
6. Het testpatroon wordt weergegeven.
Testpatroon voor automatische aanpassing instellen
7. Druk op de knop Auto/Select op het voorpaneel van de monitor om een stabiel, gecentreerd beeld te krijgen.