Operating Instructions and Installation Instructions
38
Inbedrijfstelling
Stoomfunctie
Specifieke parameters van de stoomgenerator kunnen worden geprogrammeerd.
De verschillende mogelijke instellingen zijn te zien in het menu "Syst em data".
Aanpassingen van de parameters kunnen eventueel in het menu "program" ingevoerd
worden. Het menu "program" is beveiligd met een code. Voor het aanpassen van de
programmering is er aparte documentatie verkrijgbaar. Raadpleeg uw dealer voor
gedetailleerde informatie.
Voor het stomen, is het noodzakelijk de voorbereidende handelingen
(hierboven opgenoemd) uit te voeren.
De gewenste temperatuur van de stoomcabine instellen:
• Houd de knop ''MODE'' ingedrukt tot de linker controle LED knippert.
• Druk de knop ''SELECT'' in: Op het display wordt oSEL en de gewenste
temperatuur afwisselend aangegeven.
• Met de knop ''SET'' kan de gewenste temperatuur worden ingegeven.
• Druk de knop ''MODE'' in tot de controle LED uitgaat.
De automatische temperatuurgeregelde stoomproductie kan nu, al naar gelang de
programmering, handmatig met de knop ''MODE'', met een externe schakelaar of met
de afstandsbediening worden opgestart.
De automatische werking
Na instellen van de besturing en de gewenste temperatuur is de stoomgenerator
gereed voor automatisch gebruik.
Wanneer het automatische programma wordt opgestart, worden de in- en
uitlaatkleppen geactiveerd en wordt de cilinder gevuld met water. Wanneer het water
de electroden bereikt, begint de verwarmingsstroom het water te ve rhitten tot er stoom
ontstaat.
Afhankelijk van waterkwaliteit en de geleiding van het leidingwater wordt bij de eerste
maal starten van een nieuwe cilinder een startfase doorlopen. Pas na enige tijd bereikt
de generator de nominale capaciteit. Wanneer de startfase eenmaal doorlopen is, zal
bij een volgende start de ''nominale capaciteit'' snel worden bereikt. Bij iedere nieuwe
cilinder dient u met een nieuwe startfase rekening te houden.