Operating Instructions and Installation Instructions

39
Onderhoud
Schoonmaken of vervangen van het uitlaatventiel
Schakel voorafgaand aan de werkzaamheden de voeding uit.
Zet de werkschakelaar uit en draai de watertoevoer dicht.
Gevaar voor hoge temperaturen.Gevaar voor verbranding. Wacht met de
werkzaamheden tot de stoomgenerator afgekoeld is.
Stoomcilinder, afvoersystemen en stoomleidingen moet worden gecontroleerd
op lekken en moeten, indien nodig, worden gereinigd of onderhouden.
Gebruik een vochtige doek. Gebruik geen chemicaliën, zuren, azijn etc. bij het
schoonmaken. Het gebruik van deze producten kan leiden tot schuimvorming in
de cilinder en kan een negatieve invloed op de juiste werking.
Het uitlaatventiel
Het uitlaatventiel is uitgerust met een filter. Het filter moet schoongehouden worden
om water ongehinderd te laten stromen.
Schoonmaken van het uitlaatventiel:
Het uitlaatventiel en de afvoerwatergootkunnen worden verwijderd nadat de
bevestigingsschroeven zijn losgedraaid. Schroef de magneetspoel los en reinig alle
onderdelen. Spoel de waterafvoerleiding grondig schoon. Kontroleer stoom- en
condensaatslangen en vervang ze zo nodig. Kontroleer of de schroeven van de
slangklemmengoed zijn vastgedraaid.
Vervangen van het uitlaatventiel:
Positioneer de O-ring van het uitlaatventiel op de juiste positie. De O-ring moet in
goede staat verkeren. Bevochtig de O-ring pakkingen voor het plaatsen van de
cilinder. Gebruik hiervoor water en geen smeermiddel of vet.
a) Schroef de bevestigingsschroeven los.
b) Ontkoppel de waterslang.
c) Koppel de waterslang met de slangklem aan het nieuwe uitlaatventiel.
d) Positioneer het uitlaatventiel en schroef vast met 2 schroeven.
e) Plaats de cilinder in het ventiel en zorg dat alles goed aangesloten is.
f) Zet de voeding aan en voer een test met stoom uit. Controleer alle afdichtingen en
controleer het functioneren van het uitlaatventiel.