Operating Instructions and Installation Instructions

21
Installatie
Aansluiten van de stoomleiding
De stoomleiding moet bestaan uit koperen pijpen. Het gebruik van kunststof wordt
alleen aangeraden als er hoogwaardig kunststog gebruikt wordt.Kunststof of rubber
kan schuim in de cilinder produceren en invloed hebben op de prestaties van de Cleo
Basic en mensen bloot stellen aan ernstige gevaren. Gebruik altijd een buigijzer om de
pijpen te buigen i.v.m. de buigings-weerstand (geen knieën of kniestukken). Houd
rekening met uitzetten en krimp van leidingwerk bij temperatuurwisselingen. Let er op
dat de bochten zo ruim mogelijk zijn wanneer de stoomleidingen niet recht kunnen
worden gelegd. De stoomslang moet voldoende worden ondersteund om verzakking
van de leiding te voorkomen. Thermische isolatie van minimaal 20mm dik is
aanbevolen voor de koperen leidingen. De stoom moet ongehinderd en druk vrij door
de stoomleiding en stoomslang kunnen stromen: geen obstakels, versmallingen,
knikken of deuken. Door een verkeerde montage kan tegendruk of condensaat
ontstaan, wat het functioneren van de Cleo Basic zal beïnvloeden.
De drukvermindering door de stoomleiding en stoominlaat mag niet hoger zijn dan 0.1
bar. Bij het opstarten van de generator na installatie moeten de slangen in warme
toestand op mogelijke afwijkingen worden gecontroleerd om zeker te kunnen zijn dat
er geen zakken in de stoomleidingen kunnen ontstaan.
Let op: Bij het leggen van een stoomleiding moeten de materialen in de directe
omgeving bestand zijn tegen temperaturen van 100°C.
De stoomcilinder is verbonden aan de stoomslang d.m.v. de bijgeleverde slangklem.
CLEOPATRA is niet aansprakelijk bij schade in het geval een andere stoomslang wordt
gebruikt. Houd de stoomslang zo kort mogelijk en verbind deze met slangklemmen aan
de stoomleiding.
Houd gedurende installatie rekening met het volgende:
Schakel alle stroom uit voor werk en onderhoud aan de Cleo Basic.
Beschadig geen elektrische bekabeling tijdens de werkzaamheden.
Test volgens de BGV A3 norm.