Operation Manual
325
NX509E
Nederlands
Gebruikershandleiding
Het beeldscherm
aanpassen
U kunt de verschillende instellingen voor het
beeldscherm als volgt aanpassen.
❏ De schermmodus instellen
Het systeem beschikt over twee schermmodi: de
modus voor overdag (Day) en de modus voor 's
nachts (Night). Elke modus beschikt over een
eigen dimmerinstelling. U kunt deze modi als
volgt tijdelijk selecteren.
• De fabrieksinstelling is “Auto”.
1. Druk op de knop [SRC] om het scherm
Source weer te geven.
2. Raak de toets [Day], [Night] of [Auto] aan om
de modus Screen in te stellen.
[Day]:
Het dimmerniveau tijdelijk instellen op de
modus Day (lichter).
[Night]:
Het dimmerniveau tijdelijk instellen op de
modus Night (donkerder).
[Auto]:
Het dimmerniveau wordt gewijzigd afhankelijk
van de status van de autolichten:
Als de autolampen zijn uitgeschakeld: modus
Day
Als de autolampen zijn ingeschakeld: modus
Night
Opmerking:
• Als de modus Night is ingesteld op “Automatic”,
kunt u deze instelling ook gebruiken voor de
modus Color van het navigatiesysteem.
❏ Het niveau voor dimmer,
helderheid, kleurverzadiging,
contrast en tint instellen
Opmerking:
• De instellingen Bright, Color, Contrast en Hue
kunnen alleen worden aangepast als er een
videobeeld wordt weergegeven op het scherm en
als de auto stilstaat en op de handrem staat.
• De instelling Hue kan alleen worden aangepast als
de NTSC-modus geselecteerd is.
• Het navigatiescherm heeft een eigen
dimmerinstelling die onafhankelijk van het AV-
scherm werkt. Als u in een bepaalde modus het
dimmerniveau aanpast, heeft dit geen effect op de
andere schermen.
• Het beeld van de achteruitrijcamera kan niet
rechtstreeks worden aangepast. U kunt de
instellingen wijzigen als u een videobeeld van de
andere bron weergeeft.
1. Raak de toets [SET] aan om het scherm
Settings weer te geven.
2. Raak de toets [Monitor ADJ] aan om het
scherm Monitor weer te geven.
3. Raak de toets aan voor het item dat u wilt
aanpassen: [Dimmer], [Bright], [Color],
[Contrast] of [Hue]. Raak vervolgens de toets
[–] of [+] aan om het niveau aan te passen.
[Dimmer]:
De helderheid van het scherm aanpassen als
de autolampen zijn in- of uitgeschakeld.
[+]: het beeld lichter maken.
[–]: het beeld donkerder maken.
[Bright]:
De helderheid van het scherm aanpassen.
[+]: het beeld lichter maken.
[–]: het beeld donkerder maken.
[Color]:
De kleurverzadiging aanpassen.
[+]: de kleurverzadiging verhogen.
[–]: de kleurverzadiging verlagen.
[Contrast]:
Het contrast van het scherm aanpassen.
[+]: het contrast verhogen.
[–]: het contrast verlagen.
[Hue]:
Pas de tint van de kleur aan (rood of groen
wordt benadrukt).
[+]: indrukken voor meer groen.
[–]: indrukken voor meer rood.
4. Als de aanpassing is voltooid, raakt u de toets
[Back] aan om terug te keren naar het vorige
scherm.