Operation Manual

322
NX509E
Nederlands
Gebruikershandleiding
Algemene instellingen
Het scherm General
weergeven
Vanuit het scherm General kunt u de
verschillende instellingen van het apparaat
aanpassen.
1. Raak de toets [SET] aan.
Het scherm Settings wordt weergegeven.
2. Raak de toets [General] aan.
Het scherm General wordt weergegeven.
3. Raak de toets voor het gewenste tabblad aan
en pas de instelling aan.
Zie het volgende gedeelte voor meer
informatie.
In de volgende gedeelten wordt alleen
informatie over de aanpassingen
beschreven. De procedure voor het
selecteren van items wordt weggelaten.
4. Als de aanpassing is voltooid, raakt u de toets
[Back] aan om terug te keren naar het vorige
scherm.
De functie Camera Interrupt
instellen
Als u de optionele achteruitrijcamera hebt
aangesloten op het apparaat, wordt de situatie
achter de auto weergegeven op het scherm als u
de auto in zijn achteruit zet.
De fabrieksinstelling is “Off”.
De functie Camera Warning
instellen
Tijdens het gebruik van de achteruitrijcamera
wordt de volgende waarschuwing weergegeven:
“Make sure of safety around your vehicle”.
De fabrieksinstelling is “On”.
Opmerking:
Deze instelling wordt uitgeschakeld als de functie
Camera Interrupt is uitgeschakeld.
De AUX-invoer (NTSC/PAL)
instellen
De fabrieksinstelling is “PAL”.
Opmerking:
Deze instelling wordt alleen toegepast op de AUX-
video-ingang.
Als videosignalen worden ingevoerd die niet
standaard zijn, is het mogelijk dat het videobeeld
vervormd is.
Als u “Auto” kiest als instelling, is het mogelijk dat
het videobeeld tijdelijk vervormd is, afhankelijk van
het ingevoerde videosignaal.
De pieptoon instellen
Het geluid dat u hoort wanneer u een handeling
uitvoert, wordt de “beep” (pieptoon) genoemd.
Het systeem kan zodanig worden ingesteld dat
deze pieptoon niet wordt weergegeven.
De fabrieksinstelling is “On”.
3-1. Raak de toets [Display] aan om het scherm
van het tabblad Display weer te geven.
3-2. Raak de toets [NTSC], [PAL] of [Off] van het
item Camera Interrupt aan om “NTSC”,
PAL” of “Off” in te stellen.
[NTSC]:
Het NTSC-videosysteem inschakelen.
[PAL]:
Het PAL-videosysteem inschakelen.
[Off]:
De functie uitschakelen.
3-1. Raak de toets [Display] aan om het scherm
van het tabblad Display weer te geven.
3-2. Raak de toets [On] of [Off] van het item
Camera Warning aan om de functie Camera
Warning in of uit te schakelen.
3-1. Raak de toets [Display] aan om het scherm
van het tabblad Display weer te geven.
3-2. Raak de toets [Auto], [NTSC] of [PAL] van
het item AUX input aan om het VTR-
systeem in te stellen.
3-1. Raak de toets [System] aan om het scherm
van het tabblad System weer te geven.
3-2. Raak de toets [On] of [Off] van het item
Beep aan om de functie Beep in of uit te
schakelen.