Operation Manual

318
NX509E
Nederlands
Gebruikershandleiding
AUX Bediening
Deze functies zijn toegankelijk als een VTR of
soortgelijk apparaat op de aansluiting AUX1 of
AUX2 is aangesloten.
Opmerking:
Dit systeem is voorzien van een veiligheidsfunctie
die het beeld uitschakelt wanneer de auto in
beweging is, zodat alleen het geluid te horen is.
Het beeld kan alleen worden bekeken wanneer de
auto stil staat en de handrem is ingeschakeld.
Wanneer een iPod met videofunctionaliteit is
aangesloten op de AUX1-aansluiting met de
speciale aansluitkabel (CCA-723) die apart
verkrijgbaar is, worden beeld- en geluidssignalen
van de iPod zelfs in de modus AUX1 naar het
monitorscherm en de achtermonitor verzonden. U
moet echter de modus iPod selecteren om de iPod
te bedienen.
De modus AUX selecteren
1. Druk op de knop [SRC] en raak vervolgens de
toets [AUX] aan. Het systeem schakelt over
naar de modus AUX.
Het scherm van de modus AUX
weergeven
In het scherm van de modus AUX kunt u
instellingen met betrekking tot deze modus
aanpassen.
1. Raak het scherm aan.
Het scherm AUX wordt weergegeven.
Als u het scherm gedurende 7 seconden niet
aanraakt, wordt het videoscherm weer
weergegeven.
Overschakelen naar de modus AUX
1. Raak in het scherm van de modus AUX de
toets [AUX] aan.
Het systeem schakelt over naar een andere
AUX-modus.
Het niveau van de audio-ingang
regelen
U kunt het niveau van de audio-ingangen van de
AUX-aansluitingen wijzigen.
De fabrieksinstelling is “High”.
1. Raak het scherm aan om het menu van de
modus AUX weer te geven, en raak
vervolgens een aantal keren de toets [Sense]
aan om het niveau te selecteren.
High: 10 dB
Mid: 4 dB
Low: 0 dB
Het schermformaat selecteren
U kunt het schermformaat aanpassen aan het
videobeeld.
De fabrieksinstelling is “Full Wide”.
1. Raak het scherm aan om het scherm van de
modus AUX weer te geven.
2. Blijf de toets [S-Size] aanraken tot het
gewenste schermformaat is geselecteerd.
Met deze toets wordt de huidige instelling
voor schermformaat weergegeven.
[Full Wide]:
Het beeld wordt vergroot zodat de
beeldrechthoek op het scherm past (16:9).
Deze beeldverhouding kan worden gewijzigd.
[Cinema]:
Het beeld wordt vergroot zodat de boven- en
onderranden van het beeld op het scherm
passen.
[Normal]:
Het beeld wordt vergroot zodat de boven- en
onderrand van het beeld op het scherm
passen en er een beeldverhouding van 4:3
wordt gebruikt. Deze beeldverhouding kan
worden gewijzigd.
[Wide]:
Het beeld wordt vergroot zodat de linker- en
rechterranden van het beeld op het scherm
passen. De boven- en onderrand van het
beeld worden mogelijk afgesneden.
3. Raak de toets [Hide] aan om terug te keren
naar het videoscherm.
WAARSCHUWING
Om veiligheidsredenen is het af te raden
dan de bestuurder tijdens het rijden naar
de video kijkt of de speler bedient. Het
bekijken en bedienen van de video tijdens
het rijden is in sommige landen wettelijk
verboden.