Operation Manual

46 NX505E
Nederlands
❏
De volumedemper afstellen
De volumedemper stelt automatisch
de volumeniveaus bij van allerhande
muziekbronnen en -scènes om het
volumeverschillen te compenseren.
Wanneer de volumedemper ingeschakeld
is, wordt het volumeniveau in het hoorbereik
van alle audiosignalen gecontroleerd
en steeds bijgesteld, en verschillen in
volumeniveaus worden ondervangen tot
een vast gebied om het luistercomfort te
verhogen. Verschillen in audioniveau kunnen
optreden in de volgende gevallen:
●
Verschillen in audioniveau tussen CD’s
en de radio
●
Verschillen in audioniveau tussen stille
scènes en scènes met sterk geluid, zoals
een scène met een ontploffing, bij het
bekijken van films op DVD enz.
Wanneer de volumedemper ingeschakeld is,
kan naar iedere bron worden omgeschakeld
en beluisterd met een comfortabel volume,
zonder dat het volumeniveau moet worden
bijgesteld.
Het volumecompensatie-effect kan
worden veranderd door het niveau van
de volumedemper bij te stellen. Het
volumecompensatie-effect wordt verhoogd
in de volgorde “Low”
“Mid”
“High”.
1
MENU
2
Intelligent Tune
(controleren dat
het ingesteld is op AAN)
3
, op [Volume Smoother]
Het volumedemperniveau wordt
bijgesteld.
TIP:
•BijhetbeluisterenvanbronnenzoalsDVD
meteengrootverschilinvolumeniveau,
radenwijuaanhetvolumedemperniveau
intestellenop“Mid”of“High”.
•Devolumedemperkanwordeningesteld
vooriederevideobronenanderebron.
Wanneervanbronwordtveranderd,
schakeltdevolumedemperoveropde
waardedieisingesteldvoordenieuwe
bron.
❏
Gebruik van Intelligent Tune
1
MENU
2
Intelligent Tune
Door Intelligent Tune AAN/UIT
te schakelen kunnen de volgende
functies samen AAN/UIT worden
geschakeld.
•Virtual Stage Enhancer
•Vocal Image Control
•Sound Restorer
•Virtual Bass
•Volume Smoother
TIP:
•Alsu Intelligent Tune UIT schakelt
en daarna opnieuw AAN zet, keren de
instellingen terug naar de waarden die u
voordien ingesteld hebt.
❏
De filter bijstellen
1
MENU
2
Luidspreker
3
Iedere-instelling uitvoeren.
Sub Woofer Control:
Hiermee wordt het uitgangsniveau
van een aangesloten subwoofer-
luidspreker bijgesteld.
(Standaardwaarde: 0)
High Pass Filter:
Hiermee wordt de afsnijfrequentie
bijgesteld van de hoge tonen
voor de luidsprekers vooraan en
achteraan. (Standaardwaarde:
Through)
Low Pass Filter:
Hiermee wordt de afsnijfrequentie
bijgesteld van de lage tonen voor
de subwoofer. (Standaardwaarde:
120Hz)
TIP:
•Ookalsdesubwoofernietverbondenis
verschijnt“SubWooferControl”.
❏
De audio-instellingen
terugbrengen op hun
fabriekswaarden
Brengt alle audio-instellingen terug op hun
fabriekswaarden.
1
MENU
2
Opnieuw instellen
3
OK
Schermen instellen
1
MENU
2
De beeldkwaliteit instellen met
behulp van de overeenkomstige
toetsen.
Dag-/nachtmodus:
Schakelt over op het dag- of het
nachtscherm.
Het scherm kan beter zichtbaar
worden gemaakt door manueel
over te schakelen op het
dagscherm, bijvoorbeeld wanneer
de koplampen aan zijn gedurende
de dag en het scherm moeilijk te
zien is.
Wanneer Automatisch
geselecteerd is, schakelt het
scherm automatisch over
op het nachtscherm zodra
de parkeerlichten worden
ingeschakeld.
TIP:
•Wanneerdecontactsleutelinde
positie“OFF”wordtgedraaid
endanweerindepositie“ON”,
wordt Automatisch ingesteld.
Helderheid:
De beeldkwaliteit bijstellen
met
of .
De beeldkwaliteit kan worden
ingesteld voor dag- en
nachtscènes.
Bij Smartphone-koppeling
kan de beeldkwaliteit van de
smartphoneapplicatie worden
bijgesteld.