Operation Manual

42 NX504E/FX504E
Nederlands
2
De auto ongeveer 2,5 m vooruit
rijden en rechte lijnen markeren
achteraan de auto.
Achterkant van de auto
3
Markeer vier plekken links en
rechts op 50 cm en 2 m afstand
van de markeringen die u in stap
2 hebt gemaakt.
2 m
50 cm
TIP:
•WijradenaanomeenX-markering
temakenmetbehulpvan
verpakkingstapeofsoortgelijketape
diegemakkelijktezienisvanafde
stoelvandechauffeur.
4
De richtlijnen weergeven
P.41
5
Afstellen richtlijnen
6
De vier richtlijnpunten selecteren
die u wilt afstellen.
7
, , ,
De markeringen die u in stap 3 hebt
gemaakt uitlijnen.
TIP:
•Door
, , , continuinte
drukkenkuntuallerichtpunten
samenverplaatsen.
8
Stap 6 en 7 herhalen om alle
richtpunten uit te lijnen met de
markeringen die u in stap 3 hebt
gemaakt.
9
Terug
Hiermee worden de instellingen
opgeslagen en wordt het afgestelde
beeld van de achteruitrijcamera
weergegeven.
De quasi-bumperlijn weergeven
De achterbumper wordt soms niet
weergegeven in het beeld van de
achteruitrijcamera, afhankelijk van waar
de achteruitrijcamera geïnstalleerd is. In
zulke gevallen kunt u een quasi-bumperlijn
weergeven zodat u de auto kunt parkeren
terwijl u de positie van de achterbumper bij
benadering controleert.
1
Tikken op het scherm terwijl het
beeld van de achteruitrijcamera
wordt weergegeven.
2
Quasi-bumper
Als vijf seconden verstrijken zonder
dat het scherm wordt aangeraakt, zal
de Quasi-bumper
verdwijnen.
3
Controler.
De quasi-bumperlijn wordt
weergegeven.
De quasi-bumperlijn afstellen
Om de quasi-bumperlijn af te stellen moeten
merktekens worden aangebracht op de
grond. Zorg dat u materiaal klaar hebt om
lijnen te trekken op de grond, bijvoorbeeld
brede plakband.
WAARSCHUWING
• Alvorens de quasi-bumperlijn af te
stellen, halt houden op een veilige
plek.
• Alvorens uit de auto te stappen en
markeringen te maken op de grond,
de contactsleutel in de stand “OFF”
zetten.
• Er rekening mee houden dat
de quasi-bumperlijn alleen ter
referentie geldt. Bij het rijden altijd
zelf de veiligheid controleren van de
omgeving.
1
Trek rechte lijnen op de grond
achteraan de auto + ongeveer
20 cm.
2
De quasi-bumperlijn weergeven.
3
Afstell. quasi-bumper
4
of
De bovenste en de onderste posities
van de quasi-bumper afstellen om
deze te doen overeenstemmen met
de markeringen die in stap 1 werden
gemaakt.
5
Terug
Hiermee worden de instellingen
opgeslagen en wordt het afgestelde
beeld van de achteruitrijcamera
weergegeven.