Operation Manual

82
CZ703E
Nederlands
Houd in elke willekeurige stand de [DISP]
toets ingedrukt om de systeeminstellingen
te openen. Gebruik de [ ] of [ ] toets om
opties te selecteren en verdraai de [VOLUME]
draaiknopomdeinstellingtewijzigen.
AF: ON/OFF
Verdraai de [VOLUME] knop om de AF-
functieaanofuit(ON/OFF)tezetten.
REG: ON/OFF
Verdraai de [VOLUME] knop om de AF-
functieaanofuit(ON/OFF)tezetten.
DX/LO (RADIO stand)
Verdraai de [VOLUME] knop in de RADIO
standomte kiezen tussen ontvangstvan
sterke (plaatselijke) zenders, of om ook
zwakkere, verderweggelegen zenderste
kunnen ontvangen.
• L O: Alle en zenders met een goede
signaalsterktezullenwordenweergegeven.
• D X : Z o w e l z e nde r s m e t s t e r k e a l s
me t z wa k ke sig n a le n k un n e n word e n
weergegeven.
AUX SENS (AUX-stand)
Verdraai de [VOLUME] knop om de AUX
ingangsgevoeligheidin testellen opLOW,
MID of HIGH in de AUX-stand.
SELECT (BT-stand)
Dit S ELEC T(SE LECT EREN ) menu is
bedoeld voor het automatisch koppelen met
een eerder opgeslagen mobiele telefoon.
Dit toestel is in staat drie mobiele telefoons
te onthouden. De mobiele telefoons worden
opgeslagen in de volgordewaarin ze met
het toestel gekoppeld werden. Er kunnen
maximaal drie mobiele telefoons worden
opgeslagen. Een vierde mobiele telefoon
kan niet worden opgeslagen. Als u een
vierde mobiele telefoon wilt opslaan, moet u
eerst via het DELETE(WISSEN)menu een
andere mobiele telefoon wissen.
1. Draai aan de [VOLUME] knop om de
naam van de gekoppelde mobiele telefoon
tekiezenvandekoppelingslijst.
2. Houd de [VOLUME] knop ingedrukt om uw
keuzetebevestigen.
Systeeminstellingen
DELETE (BT-stand)
1. Draai aan de [VOLUME] knop om de
naam van de gekoppelde mobiele telefoon
tekiezenvandekoppelingslijst.
2. Houd de [VOLUME] knop ingedrukt om
uwkeuzetebevestigen.
DISCONNECT (BT-stand)
Koppel de op dit moment verbonden mobiele
telefoon los.
1. Draai aan de [VOLUME] knop zodat
de met het toestel verbonden mobiele
telefoon op het display verschijnt.
2. Houd de [VOLUME] knop ingedrukt om
dezelostekoppelen.
MIC GAIN (BT-stand)
Verdraai de [VOLUME] knop en kies Mic
gain: -5,-4,-3,-2,-1,0,1, 2, 3, 4, 5.
U kunt de extra versterking voor de microfoon
(Mic gain) veranderen wanneer de persoon
met wie u telefoneert u niet goed kan horen.
MIC SEL (BT-stand)
V e r d r aa i d e [V O LU M E] k n o p om d e
microfoonopEXTERNALof INTERNALte
zetten.
TONE SEL (BT-stand)
U kunt de beltoon van de mobiele telefoon
via de luidspreker laten weergeven.
Verdraai de [VOLUME] knop en kies tussen
AUTOofINTERNAL.
•AUTO:
De beltoon van de mobiele telefoon wordt
weergegeven via de luidspreker.
•INTERNAL:
De b el toon v an het to es tel ze lf wordt
weergegeven via de luidspreker.
AUTO ANS (BT-stand)
Voor het automatisch beantwoorden van
binnenkomende gesprekken.
Verdraai de [VOLUME] knop om de AUTO
ANS-functieaanofuit(ON/OFF)tezetten.
AUTO CON: ON/OFF (BT-stand)
Verdraai de [VOLUME] knop om de AUTO
CON-functieaanofuit(ON/OFF)tezetten.
Systeeminstellingen
PIN CODE
Verdraai de [VOLUME] knop en druk hem
in om een wachtwoord van 4 cijfers in te
stellen. Houd de [VOLUME] knop tenminste 1
seconde ingedruktom uwkeuze denitiefte
maken.
De standaardinstelling voor de PIN CODE is
0000”.
COLOR
Verdraai de [VOLUME] knop om de kleur van
deachtergrondverlichtingtekiezen.
SCN: De achtergrondverlichting verandert
continu.
COLOR 01~09: Selecteer een
voorgeprogrammeerde kleur.
USER1~3: Selecteer uw favoriete kleur.
Druk de knop in om de instelfunctie voor
de kleur te openen, druk op [ ] of [ ]
omGREEN(Groen),BLUE(Blauw)ofRED
(Rood) te selecteren en verdraai tenslotte de
[VOLUME] knop om de gewenste kleur in te
stellen.
Houd de [VOLUME] knop ingedrukt om uw
keuzeinhetgeheugenopteslaan.
SCRN SVR: ON/OFF
Verdraai de [VOLUME] knop om de SCRN
SVR (Screen saver) schermbeveiliging aan of
uit(ON/OFF)tezetten.
SCROLL: ON/OFF
Voor weergave van tekstgegevens die niet op
het display passen:
Wanneer SCROLL aan (ON) staat, zal de
ID3TAG informatie over hetLCD-scherm
schuiven, bijv.: TRACK(Muzi ekstuk) ->
FO LD E R( M ap ) -> F ILE (Be sta nd s ti t el )
-> ALBUM(Album) -> TITLE(Titel) ->
ARTIST(Artiest)->TRACK(Muziekstuk)->...
WanneerSCROLLOFFisingesteld,toonthet
LCD-scherm slechts één van deID3 TAG-
gegevens; de standaardinstelling is TRACK,
maar door op de [DISP] toets te drukken kunt
uandereID3TAG-gegevenslatenzien.
S-CTRL (iPod-stand): ON/OFF
Verdraai de [VOLUME]knopomdeS-CTRL-
functie (eenvoudige bediening) aan of uit (ON/
OFF)tezetten.
* Raadpleegbladzijde88.
TEL-SW
verdraai de [VOLUME] knopom te kiezen
tussenTELEPHONEMUTE,ONenOFF.
•OFF:
Dit toestel blijft normaal werken wanneer de
mobiele telefoon wordt gebruikt.
•ON:
U kunt het geluid van uw telefoongesprekken
weergeven via de luidsprekers die op dit
toestelzijnaangesloten.
* Wanneer u via de auto-luidsprekers naar
uw telefoongesprekken luistert, kunt u het
volume regelen met de [VOLUME] knop.
•MUTE:
Het geluid van dit toestel wordt tijdens
telefoongesprekken volledig gedempt.
A-CANCEL: ON/OFF
Verdraai de [VOLUME] knop om versterker-
Cancelfunctietekiezenaanofuit(ON/OFF).
Stel ON (Aan) in als u de interne versterker
niet gebruikt.
DIMMER: ON/OFF
Verdraai de [VOLUME] knop om de dimmer
aanofuit(ON/OFF)tezetten.
• ON: De dimmer voor het LCD-scherm
treedt in werking wanneer de dimverlichting
van het voertuig wordt ingeschakeld.
• OFF: Het LCD-scherm heeft altijd de
maximale helderheid, ongeacht de verlichting
van het voertuig.
BEEP: ON/OFF
Verdraai de [VOLUME] knop om de pieptoon
aanofuit(ON/OFF)tezetten.
SVC LINK
Verdraai de [VOLUME] knop om de Service
Link(zendervolgen)functieteselecteren.
• DAB-DAB: Schakelt over naar een andere
dienst of zender (service) met hetzelfde
programma als de signalen van de huidige te
zwakworden.
• DAB-FM: Schakelt over naar een FM-
zender met hetzelfde programma als de
signalenvandehuidigetezwakworden.
• D A B & F M : Sc h a k e l t o v e r na a r e e n
andere serviceofFM-zendermethetzelfde
programma als de signalen van de huidige te
zwakworden.
• OFF: Er wordt niet overgeschakeld.