Operation Manual

/
9
Nederlands
/
5. BEDIENING
Basisbediening
Opmerking:
Raadpleeg bij het lezen van dit
hoofdstuk tevens hoofdstuk “3.
BEDIENINGSORGANEN”
LET OP
Zet het volume lager voor u het toestel uit
zet. Als het toestel wordt ingeschakeld
met het volume hoog, staat de
mogelijkheid dat u de luidsprekers of uw
gehoor beschadigt.
Aan/uit
Opmerkingen:
Start de motor voor u dit toestel gaat
gebruiken.
Wees voorzichtig wanneer dit toestel
langere tijd gebruikt wordt zonder dat
de motor loopt. Als de accu te ver leeg
raakt, zult u misschien de motor niet meer
kunnen starten en kan de levensduur van
de accu bekort worden.
1. Start de motor. De aan/uit toets zal
oplichten.
Motor AAN stand
2. Druk op de [ ] toets op het voorpaneel
om het toestel aan te zetten wanneer het
uit (standby) staat. Het toestel gaat in de
stand waarin het stond toen het de laatste
keer uit werd gezet.
3. Houd de [ ] toets op het voorpaneel
ingedrukt om het toestel uit (standby) te
zetten.
Instellen van het volume
Verdraai de [VOLUME] knop op het
voorpaneel.
Het instelbereik voor het volume loopt van 0
t/m 40.
LET OP
Houd onder het rijden het volume op een
acceptabel niveau, zodat u geluiden van
buiten nog kunt horen.
Selecteren van de signaalbron
Druk herhaaldelijk op de [SRC] toets op het
voorpaneel of de afstandsbediening om de
gewenste signaalbron te selecteren.
Opmerkingen:
1. Selecteren van de signaalbron betekent
dat u kiest welke stand u wilt gebruiken,
dus of u geluid van een disc wilt horen, of
van de radio, of van externe apparatuur
enz.
2. Wanneer een signaalbron niet gebruikt
kan worden, kan deze niet worden
geselecteerd.
Tonen van de systeemtijd
Druk op de [ADJ] toets op het voorpaneel om
de op het display getoonde informatie heen
en weer te schakelen tussen RDS-informatie,
de systeemtijd en de signaalbron.