Operation Manual
3
Ergonomie en comfort
49
C-Zero_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Om het inschakelen van de verwarming,
de airconditioning en de ontwaseming
te kunnen programmeren moet aan de
volgende voorwaarden worden voldaan.
- De selectiehendel staat in de
stand P.
- Het contact staat in de stand
LOCK.
-
De auto is op de stroomvoorziening
aangesloten met het normale laadsnoer.
-
Alle portieren van de auto zijn correct gesloten.
-
Het laadniveau van de tractiebatterij moet
voldoende zijn (minimaal één streepje).
Annuleren van de
geprogrammeerde waarden
Met de afstandsbediening
Met het contactslot
Zet het contact in de stand ON en vervolgens
weer in de stand LOCK.
Programmeren van het thermische comfort
Activeren van de functies
Schakel de afstandsbediening in.
Druk op de toets MODE om het programmeren
van het thermische comfort te selecteren.
Met deze functie kan het inschakelen van de
volgende functies worden geprogrammeerd:
- de verwarming,
- de airconditioning,
- de ontwaseming.
Druk op de toets voor het direct
beginnen met laden en druk
vervolgens kort op de AAN/UIT-toets
om de gegevens naar de auto te
verzenden.
Een van deze symbolen verschijnt op het
scherm. Hiermee wordt de actuele status van
het thermische comfort aangegeven.
Selecteer met de pijltoetsen de gewenste
functie.
Druk kort op de AAN/UIT-toets om de
gegevens naar de auto te verzenden.
De met de afstandsbediening
geprogrammeerde waarden worden
elke keer dat de auto wordt gestart
automatisch gewist.
Zorg voor een optimale werking van de
programmeerfunctie van het thermische
comfort dat alle ruiten van de auto zijn
gesloten.