Operation Manual

2
Toegang tot de auto
25
C-Zero_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
U kunt om de auto te vergrendelen of ontgrendelen de centrale vergrendeling bedienen met de sleutel in het portierslot of met de afstandsbediening.
De sleutel met afstandsbediening dient tevens voor het starten van de auto en maakt deel uit van de diefstalbeveiliging.
Sleutel met afstandsbediening
Uit-/inklappen van de
sleutel
F Druk op de knop A om de sleutel uit of in te
klappen.
Ontgrendelen met de
afstandsbediening
F Druk op het geopende hangslot
om de auto te ontgrendelen.
Vergrendelen van de auto
Na het ontgrendelen van de auto knipperen
de richtingaanwijzers tweemaal en wordt de
binnenverlichting ingeschakeld gedurende
15 seconden.
Tegelijkertijd worden de buitenspiegels
uitgeklapt (volgens uitvoering).
Ontgrendelen met de sleutel
F Draai de sleutel rechtsom in het slot van
het bestuurdersportier om de auto te
ontgrendelen.
Na het ontgrendelen van de auto knipperen
de richtingaanwijzers tweemaal en wordt de
binnenverlichting ingeschakeld gedurende
15 seconden.
In dit geval worden de buitenspiegels niet
uitgeklapt.
Vergrendelen met de
afstandsbediening
F Druk op het gesloten hangslot
om de auto te vergrendelen.
Na het vergrendelen van de auto knipperen de
richtingaanwijzers éénmaal.
Tegelijkertijd worden de buitenspiegels
ingeklapt (volgens uitvoering).
Vergrendelen met de sleutel
F Draai de sleutel linksom in het slot van
het bestuurdersportier om de auto te
vergrendelen.
Na het vergrendelen van de auto knipperen de
richtingaanwijzers éénmaal.
In dit geval worden de spiegels niet ingeklapt.
Als de auto is vergrendeld en per
ongeluk wordt ontgrendeld zonder dat
binnen 30 seconden een portier of de
achterklep wordt geopend, wordt de
auto automatisch weer vergrendeld.
Met het slot aan passagierszijde
kunnen de overige portieren en/
of de achterklep niet vergrendeld of
ontgrendeld worden.
Ontgrendelen van de auto