Operation Manual

Instrumentenpaneel
12
C-Zero_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Controlelampjes ingeschakelde functies
Controlelampje Status Oorzaak Acties / Opmerkingen
Richtingaanwijzer
links
Knippert, met
geluidssignaal.
Als u de lichtschakelaar omlaag
beweegt.
Richtingaanwijzer
rechts
Knippert, met
geluidssignaal.
Als u de lichtschakelaar omhoog
beweegt.
Alarmknipperlichten
Knippert, met
geluidssignaal.
De schakelaar voor de
alarmknipperlichten op het
dashboard is ingedrukt.
De richtingaanwijzers links en rechts en de
bijbehorende controlelampjes knipperen tegelijkertijd.
Parkeerlicht en/
of dimlicht
Brandt constant. Het parkeerlicht en/of het dimlicht is
ingeschakeld.
Mistlampen vóór Brandt constant. De mistlampen vóór zijn
ingeschakeld.
Draai de ring twee standen naar achteren om de
mistlampen vóór uit te schakelen.
Mistachterlicht Brandt constant. Het mistachterlicht is ingeschakeld. Draai de ring naar achteren om het mistachterlicht uit
te schakelen.
Grootlicht Brandt constant. De lichtschakelaar is naar u toe
getrokken.
Trek aan de lichtschakelaar om terug te schakelen
naar dimlicht.
De volgende lampjes op het instrumentenpaneel geven aan dat de desbetreffende functie is ingeschakeld.