Operation Manual
Storingen verhelpen
120
C-Zero_nl_Chap08_en-cas-de-panne_ed01-2016
2. Op spanning brengen
F Controleer of de schakelaar A van de
compressor op "OFF" staat.
F Rol de slang B van de compressor
helemaal af.
F Sluit de slang aan op het ventiel van de
gerepareerde band.
F Sluit de stekker van de compressor aan op
de 12V-aansluiting in de auto (contact in de
stand "ON" of "ACC").
F Schakel de compressor in door de
schakelaar A in de stand "ON" te zetten.
F Breng de band met behulp van de
compressor op de voorgeschreven
spanning zoals die is aangegeven op de
bandenspanningssticker in de opening van
het bestuurdersportier.
Als de band spanning blijft verliezen, is
het lek niet goed gedicht; neem contact
op met het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats om u verder te
helpen.
F Maak de compressor los en berg de
reparatieset op.
F Ga direct rijden maar rijd niet harder dan
80 km/h en niet verder dan 200 km.
Maak zo snel mogelijk een afspraak
met het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Vertel de technicus dat u gebruik hebt
gemaakt van de bandenreparatieset. Na
controle kan de technicus u vertellen of
de band gerepareerd kan worden of dat
deze vervangen moet worden.
Als na vijf tot zeven minuten de
gewenste bandenspanning niet is
bereikt, is de band niet te repareren
met de bandenreparatieset; raadpleeg
het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats om u verder
te helpen.