Operation Manual

7
Praktische informatie
109
Niveaus controleren
Controleer de onderstaande niveaus regelmatig en vul indien nodig bij, tenzij anders aangegeven.
Laat in het geval van een sterk gedaald niveau het desbetreffende circuit controleren door het CITRN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Voer geen werkzaamheden uit onder de
voorklep of in het achtercompartiment
als het lampje "Ready" brandt of als de
tractiebatterij wordt geladen.
Let tijdens werkzaamheden onder de
voorklep of in het achtercompartiment
goed op want sommige onderdelen
kunnen erg heet worden (kans op
brandwonden): wacht minstens een
uur na het afzetten van de motor of het
stoppen van de laadprocedure alvorens
werkzaamheden uit te voeren.
Remvloeistofniveau
Het remvloeistofniveau moet tussen de
merkstreepjes "MIN" en "MAX" staan.
Controleer indien dit niet het geval is of de
remblokken van uw auto zijn versleten.
Remvloeistof verversen
Raadpleeg het onderhoudsschema van
de fabrikant voor het voorgeschreven
verversingsinterval.
Type remvloeistof
Gebruik de door de fabrikant voorgeschreven
remvloeistof.
Ruimte onder de voorklep
Niveau
verwarmingsvloeistof
Koelvloeistof verversen
De koelvloeistof behoeft niet te worden
ververst.
Type koelvloeistof
Gebruik de door de fabrikant voorgeschreven
koelvloeistof.
Het vloeistofniveau moet tussen de
merkstreepjes MINI "L" en MAXI "F" staan.
Niveau ruitensproeiervloeistof
Vul het reservoir bij wanneer dit
nodig is.
Type ruiten- en koplampsproeiervloeistof
Voor een optimale reiniging en om het bevriezen
van de sproeiers te voorkomen, is het (bij)vullen
van het reservoir met water niet toegestaan.