Operation Manual

7
Praktische informatie
99
F
Controleer of het
laadstroomcontrolelampje op het
instrumentenpaneel en het groene lampje
CHARGING op het controlepaneel van de
stekkeraansluiting constant branden.
Bij het begin van het laden kan er
wat lucht afgeblazen worden. Dit is
volkomen normaal.
Het laden kan tussentijds onderbroken
worden door de speciale laadstekker los te
nemen van de laadaansluiting van de auto.
Als dat niet het geval is, is het laden nog niet
begonnen; voer de hele procedure opnieuw uit
en controleer of alle aansluitingen in orde zijn.
Het laadniveau van de tractiebatterij wordt
weergegeven op het instrumentenpaneel.
Het aantal brandende segmenten neemt toe
naarmate het laden vordert.
Als u het laden moet onderbreken door
het laadsnoer los te koppelen van het
stopcontact, moet u vooraf op de knop
Manual Stop van het controlepaneel
drukken.
Controlepaneel
Het paneel is voorzien van vier lampjes:
- STOP: rood lampje.
Dit betekent dat het laden is onderbroken
door het indrukken van de knop Manual
Stop. Deze knop moet worden ingedrukt
voordat u de laadkabel tijdens het laden
loskoppelt van het stopcontact.
- POWER: groen lampje.
Dit betekent dat alles correct en veilig is
aangesloten. Controleer alle aansluitingen
als dit lampje niet brandt. Raadpleeg het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats als het probleem blijft bestaan.
- FAULT: rood lampje.
Dit betekent dat er een storing is
geconstateerd. Controleer alle
aansluitingen als dit lampje blijft branden.
Raadpleeg het CITRN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als het lampje
niet dooft.
- CHARGING: groen lampje.
Dit betekent dat het laden bezig is.
Controleer alle aansluitingen als dit lampje
niet brandt. Raadpleeg het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats
als het probleem blijft bestaan.