Operation Manual

134
Berlingo-2-VP_nl_Chap05_Securite_ed02-2015
134
Kinderen aan boord
Berlingo-2-VP_nl_Chap05_Securite_ed02-2015
KINDERZITJE OP DE PASSAGIERSSTOEL VÓÓR
Raadpleeg de wetgeving in uw
land alvorens u een kinderzitje op
deze zitplaats bevestigt.
"Met de rug in de rijrichting" "Met het gezicht in de rijrichting"
Wanneer een kinderzitje met
het gezicht in de rijrichting op
de passagiersstoel vóór is
bevestigd, moet de frontairbag aan
passagierszijde ingeschakeld blijven.
Stel de stoel van de auto als volgt af:
- schuif de stoel in de achterste stand
met de rugleuning rechtop, voor een
kinderzitje zonder stoelverhoger,
- schuif de stoel in de achterste stand
en zet hem in de hoogste stand met
de rugleuning rechtop, voor een
kinderzitje met stoelverhoger.
Let erop dat de veiligheidsgordel
goed aansgespannen is.
Zorg er bij kinderzitjes met een steun
voor dat de steun goed contact
maakt met de vloer. Verstel de
passagiersstoel als dit niet het geval is.
Passagiersstoel in de hoogste stand
en zo ver mogelijk naar achteren.
Wanneer een kinderzitje met de rug in
de rijrichting op de passagiersstoel
vóór is bevestigd, moet de frontairbag
aan passagierszijde zijn uitgeschakeld.
Zo niet, dan kan het kind bij het
afgaan van de airbag ernstig of zelfs
levensgevaarlijk gewond raken.
Stel de stoel van de auto als volgt af:
- schuif de stoel in de achterste
stand met de rugleuning rechtop,
voor een kinderzitje zonder
stoelverhoger,
- schuif de stoel in de achterste
stand en zet hem in de hoogste
stand met de rugleuning
rechtop, voor een kinderzitje met
stoelverhoger.