Operation Manual
151
SNEL WEER OP WE
G
7
Sneeuwkettingen
SNEEUWKETTINGEN
Onder winterse omstandigheden
verbeteren sneeuwkettingen de tractie
en het remgedrag van de auto.
Uitsluitend de aangedreven wielen
mogen van sneeuwkettingen
worden voorzien. Een
noodreservewiel mag niet worden
voorzien van een sneeuwketting.
Houd u altijd aan de ter plekke
geldende regelgeving over het
gebruik van sneeuwkettingen en
de maximaal toegestane snelheid.
Montagetips
) Als u onderweg sneeuwkettingen
moet monteren, zet de auto dan
langs de kant van de weg stil op
een vlakke ondergrond.
) Trek de handrem aan en plaats
eventueel wielblokken voor of
achter de wielen om te voorkomen
dat de auto wegglijdt.
) Monteer de sneeuwkettingen, volg
daarbij de aanwijzingen van de
fabrikant.
) Rijd langzaam weg en rijd een
klein stukje met een snelheid van
maximaal 50 km/h.
) Zet de auto stil en controleer of de
kettingen correct gespannen zijn.
Rijd niet met sneeuwkettingen
op een sneeuwvrij gemaakte
weg om schade aan de banden
en het wegdek te voorkomen. Het is
raadzaam voor vertrek het monteren
van de sneeuwkettingen te oefenen;
doe dit op een vlakke en droge
ondergrond. Als uw auto is voorzien
van lichtmetalen velgen, controleer dan
of de ketting en de bevestigingen de
velg niet raken.
Gebruik uitsluitend kettingen die
geschikt zijn voor het type velg van uw
auto:
Neem voor meer informatie over
sneeuwkettingen contact op met
het CITROËN-netwerk of een
gekwalifi ceerde werkplaats.
Maat van de af
fabriek gemonteerde
banden
Maximale
afmeting van de
schakels
195/65 R15
9 mm
195/70 R15
205/65 R15
215/55 R16
215/50 R17