Operation Manual

146
Wiel verwisselen
1. PLAATSEN VAN DE AUTO
- Verzeker u ervan dat alle
inzittenden de auto hebben
verlaten en zich op een veilige plek
bevinden.
- Zet de auto voor zover mogelijk op
een horizontale, stabiele en stroeve
ondergrond.
- Zet de handrem vast, zet het
contact af en schakel de eerste
versnelling of de achteruit in.
- Blokkeer indien mogelijk het
wiel schuin tegenover het te
verwisselen wiel met een wielblok
(indien aanwezig).
Bij auto's met een trekhaak kan
het nodig zijn de achterzijde op te
krikken om het reservewiel uit de
reservewielhouder te kunnen nemen.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk
of een gekwali ceerde werkplaats
wanneer sprake is van bijzondere
omstandigheden of zware belading.
WIEL VERWISSELEN
2. GEREEDSCHAP
- Het gereedschap bevindt zich in
het opbergvak onder de linker
voorstoel. Schuif de stoel, indien
nodig, naar voren voor toegang tot
het opbergvak via de achterzijde.
- Draai de moer los en verwijder de
krik en de wielsleutel.
1. Wielsleutel.
2. Krik.
3. Gereedschap om sierdop van
lichtmetalen velgen te verwijderen.
4. Wielblok.
De krik en het gereedschap zijn
speci ek voor uw auto. Gebruik ze niet
voor andere doeleinden.