Operation Manual

25
Toegang tot de auto
VOORDAT u GAAT RIJDEN
2
Berlingo-2-VP-papier_nl_Chap02_Pret-a-partir_ed01-2014
DAKKLEP
Steunstang
U heeft de beschikking over een
steunstang voor het vervoer van lange
stukken na het openen van de dakklep.
Klap de steunstang neer door de
hendel omhoog te zetten.
Breng het uiteinde van de stang naar
de achterdeursponning.
Houd de te vervoeren lange
voorwerpen met één hand vast, til
ze op en zet met de andere hand de
steunstang terug.
Controleer of deze goed is vergrendeld
door de handgreep naar beneden te
duwen tot voorbij het zware punt en zet
de lading stevig vast.
De achterbumpers zijn versterkt
voor het gebruik als treeplank bij
het instappen in de laadruimte.
De achterdeuren kunnen alleen
worden vergrendeld als de
steunstang is geplaatst.
Let bij het rijden met geopende girafon op
wegen met een beperkte doorrijhoogte.
Laat geen belading tegen de
achterdeuren rusten.
Respecteer de wettelijke voorschriften
om medeweggebruikers op de
uítstekende belading te attenderen.
Beperk het gebruik van de dakklep tot
korte afstanden.
De steunen opzij kunnen worden
gebruikt als bevestigingspunten.
- laat het zwarte hendeltje zakken
om de dakklep te vergrendelen.
Door de dakklep te vergrendelen, wordt deze
goed op het rubber geplaatst waardoor een juiste
afdichting, zonder bijgeluiden, is gegarandeerd.
Deze dakklep achter is alleen mogelijk
bij uitvoeringen met achterdeuren.
Openen van de dakklep:
- til het zwarte hendeltje van de kap
omhoog,
- duw de dakklep voorzichtig naar
beneden en maak de haak los,
- trek de dakklep omhoog,
- open de dakklep tot voorbij het
zware punt om hem te blokkeren
met de steunen.
Ga nooit rijden als de steunen niet
geplaatst zijn.
Sluiten van de dakklep:
- controleer of de steunstang goed is
vergrendeld,
- laat de dakklep zakken,
-
pak, terwijl u de dakklep naar beneden
duwt, de twee ringen van de veer vast
en zet de haak op zijn plaats,
Bevestig de belading nooit aan de dakklep.
Ga nooit rijden als de steunstang niet
op zijn plaats zit.