User Guide
6
Cisco Unity Express 3.2-voicemailsysteem Gebruikershandleiding voor geavanceerde functies
OL-13259-01
Faxberichten beheren
Ondersteunde IMAP-clients zijn in staat faxen te ontvangen. De faxen bestaan uit een bestand in
TIF-indeling dat als bijlage bij de e-mail is gevoegd. Met de IMAP-clients kunnen abonnees het
bericht
downloaden en de faxbijlage op een lokaal werkstation opslaan waar de fax kan worden
bekeken
en afgedrukt met een standaard TIF-viewer.
U stelt een fax op en verstuurt die met een analoog faxapparaat. U kunt geen fax opstellen via het
Cisco
Unity Express-voicemailsysteem.
Als uw systeembeheerder een speciaal nummer heeft ingesteld voor inkomende faxoproepen, worden
die
oproepen niet doorgeschakeld naar het toestel van een abonnee. De systeembeheerder kan echter een
toestel configureren waarop zowel fax- als spraakoproepen kunnen binnenkomen. In dat geval hoort
de
abonnee bij het aannemen van een faxoproep een identificatietoon. Het systeem reageert op die toon
en
stuurt de fax automatisch naar de daarvoor aangewezen mailbox. Het spraakgedeelte van de oproep
wordt beëindigd.
Opmerking De systeembeheerder moet de faxfunctie inschakelen voor de mailbox en het toestelnummer.
Het
faxnummer kan hetzelfde zijn als het voicemailnummer van een abonnee of er kan een speciaal
faxnummer worden geconfigureerd.
Faxberichten beheren:
Stap 1 Bel in op het Cisco Unity Express-systeem. De gesproken aanwijzingen geven aan hoeveel nieuwe en
opgeslagen berichten u hebt.
Stap 2 Druk op 1 om de nieuwe berichten te beluisteren.
De gesproken aanwijzing identificeert een fax in uw mailbox en somt de eigenschappen op, bijvoorbeeld
de datum en tijd van verzending en de plaats van herkomst. Ook wordt aangegeven of een spraakbericht
bij de fax is gevoegd.
Opmerking Als de fax is doorgestuurd door een andere abonnee, kan een spraakbericht zijn bijgevoegd door de
abonnee die de fax doorstuurde.
Stap 3 Selecteer de fax.
Stap 4 Druk op een van de volgende getallen om opties voor de fax weer te geven:
Optie Beschrijving
1 De faxeigenschappen herhalen.
2 De fax opslaan. Raadpleeg Cisco Unity Express-voicemailsysteem Snel aan de slag.
3 De fax verwijderen. Raadpleeg Cisco Unity Express-voicemailsysteem Snel aan de slag.
4 Een antwoord sturen, in de vorm van een spraakbericht, naar de abonnee die de fax stuurde.
Raadpleeg Cisco Unity Express-voicemailsysteem Snel aan de slag.
5 De fax doorsturen. Raadpleeg Cisco Unity Express-voicemailsysteem Snel aan de slag.
6 De fax als nieuw bericht markeren. Raadpleeg Cisco Unity Express-voicemailsysteem Snel
aan de slag.
8 De fax naar een lokale printer sturen. Zie het gedeelte "Een printer instellen en gebruiken
voor faxen" op pagina 7.