Installation manual for swing gate operators
17
9. FOUTCODES
LED
Foutco-
de
Probleem Mogelijke reden Oplossing
E0
Druk op de zender, maar
geen poortbeweging
AP is ingesteld op 00
Controleer of AP is ingesteld op 00. Indien ja, wijzig dan de juiste
applicatie-instelling.
E1
Poort kan niet sluiten, maar
kan openen.
1) IR1 is niet aangesloten, of de draad is
afgesneden.
1) Controleer of IR1 niet is aangesloten, of de draad is afgesneden.
2) IR1 draad is kortgesloten of omgekeerd
aangesloten.
2) Controleer de IR1 aansluiting, verander indien nodig de draden.
3) IR1 is momenteel niet uitgelijnd of
geblokkeerd.
3) Lijn de IR-zender en ontvanger uit om er zeker van te zijn dat
beide leds aan zijn, in plaats van te knipperen. Zorg ervoor dat er
niets aan de poort hangt dat de IR-blokkering kan veroorzaken.
E2
De poort kan sluiten wanneer
ze aan de limiet openen
staat, maar kan niet openen
wanneer ze aan de limiet
sluiten staat.
1) IR2 is niet aangesloten, of de draad is
afgesneden.
1) Controleer of IR2 niet is aangesloten, of de draad is afgesneden.
2) IR2 draad is kortgesloten of omgekeerd
aangesloten.
2) Controleer de IR2 aansluiting, verander indien nodig de draden.
3) IR2 is momenteel niet uitgelijnd of
geblokkeerd.
3) Lijn de IR-zender en ontvanger uit om er zeker van te zijn dat
beide leds aan zijn, in plaats van te knipperen. Zorg ervoor dat er
niets de IR blokkeert.
E3
Druk op de zender, maar
geen poortbeweging.
1) IR3 is niet aangesloten, of de draad is
afgesneden.
1) Controleer of IR3 niet is aangesloten, of de draad is afgesneden.
2) IR3 draad is kortgesloten of omgekeerd
aangesloten.
2) Controleer de IR3 aansluiting, verander indien nodig de draden.
3) IR3 is momenteel niet uitgelijnd of
geblokkeerd.
3) Lijn de IR-zender en ontvanger uit om er zeker van te zijn dat
beide leds aan zijn, in plaats van te knipperen. Zorg ervoor dat er
niets aan de poort hangt dat op korte termijn de IR-blokkering kan
veroorzaken.
E4
Druk op de zender, maar
geen poortbeweging.
1) De sluitkantbeveiliging is niet aangesloten
met een weerstand van 8,2 kOhm.
1) Controleer of de 8,2 kOhm sluitkantbeveiliging goed is
aangesloten en of de 8,2 kOhm weerstand is geïnstalleerd.
2) De draad van de sluitkantbeveiliging is
kortgesloten.
2) Controleer de draden van de sluitkantbeveiliging en vervang ze
indien nodig.
3) De sluitkantbeveiliging is ingedrukt. 3) Controleer of de sluitkantbeveiliging is ingedrukt.
E5
Druk op de zender, maar
geen poortbeweging.
1) De STOP-schakelaar is open. 1) Controleer of de STOP-schakelaar open of beschadigd is.
2) De STOP-schakelaar is niet aangesloten.
2) Controleer of de STOP-schakelaar is losgekoppeld. Indien ja, sluit
dan de STOP-schakelaar opnieuw aan of verander de betreffende
invoersinstelling in een andere waarde.
E7
Druk op de zender, maar
geen poortbeweging.
De versterker van het bedieningspaneel voor
motor 1 is defect.
Schakel de stroom gedurende 20 seconden uit en reset om te
controleren of het bedieningspaneel zich herstelt. Indien niet,
verander het bedieningspaneel.
E8
Druk op de zender, maar
geen poortbeweging.
De versterker van het bedieningspaneel voor
motor 2 is defect.
Schakel de stroom gedurende 20 seconden uit en reset om te
controleren of het bedieningspaneel zich herstelt. Indien niet,
verander het bedieningspaneel.
E9
Druk op de zender, maar
geen poortbeweging.
Vergissing in het geheugen van het
bedieningspaneel.
Schakel de stroom gedurende 20 seconden uit en reset om te
controleren of het bedieningspaneel zich herstelt. Indien niet,
verander het bedieningspaneel.
F1
Motor 1 stopt en keert om
tijdens het openen of sluiten.
Motor 1 is geblokkeerd. Controleer en verwijder de blokkering. Reinig de poort.
F2
Motor 2 stopt en keert om
tijdens het openen of sluiten.
Motor 2 is geblokkeerd. Controleer en verwijder de blokkering. Reinig de poort.
F3
Motor 1 stopt en keert om
tijdens het openen of sluiten.
Motor 1 blokkeert of de snelheidssensor is
beschadigd.
Controleer of motor 1 blokkeert of dat de snelheidssensor is
beschadigd.
F4
Motor 2 stopt en keert om
tijdens het openen of sluiten.
Motor 2 blokkeert of de snelheidssensor is
beschadigd.
Controleer of motor 2 blokkeert of dat de snelheidssensor is
beschadigd.
F5
Druk op de zender, maar de
motor heeft geen actie.
Radiomodule defect.
Schakel de stroom gedurende 20 seconden uit en reset om te
controleren of het bedieningspaneel zich herstelt. Indien niet,
verander het bedieningspaneel.
F6
Poort gaat achteruit tijdens
het sluiten.
Laag batterijvermogen. Laad de batterij op.
F7
Druk op de zender, maar
geen poortbeweging.
Het bedieningspaneel is beschadigd.
Schakel de stroom gedurende 20 seconden uit en reset om te
controleren of het bedieningspaneel zich herstelt. Indien niet,
verander het bedieningspaneel.
F9
Druk op de zender of druk op
de knop, maar de motor heeft
geen actie.
AP-menu is gereset naar standaard
fabrieksinstellingen.
Leer de limieten opnieuw.
LE De motor stopt plotseling.
Druk op de knop C button tijdens het leren van
de limieten.
Leer de limieten opnieuw.