Operation Manual

38
Afhankelijk van regelaar en instellingen kunnen de volgende uitgangen worden getest:
3.6.8.1 Uitgangen
ID Beschrijving Functies
01-020 CV circuit pomp (HKP) CV circuit 1
Cv circuit 2
01-021 Mengklep (HKM)
01-087 Omloopklep koelen (ULV)
01-065 Tapwater circulatie pomp (ZP) Tapwater circuit
01-066 Tapwater laadpomp / Omloopklep (LP)
01-113 Tapwater Mengklep (laadstation) (BM)
01-114 Tapwater pomp primair circuit (laadstation) (SLP)
01-115 Tapwater pomp secundair circuit (laadstation) (PWS)
01-022 Warmteopwekker pomp (WEP) Ketel 1
Ketel 2
01-100 Vrijgave
01-101 Modulatie
01-063 Distributie pomp (FL) Algemene functies
01-099
Verzamel fout (SS
4 Opsporen en oplossen van problemen
De installatie functioneert niet na be-
horen!
Controleer volgende punten...
Is er spanning of is de zekering kapot!
Zijn alle connectoren aangesloten!
Zijn alle schakelaars ingeschakeld!
Zijn alle sensoren aangesloten en is de sensor configuratie opgeslagen (04-45
=
8), zi
e 3.6.6.7, pagina 35!
Is er na de inbedrijfname nog een RESET uitgevoerd! Zie 3.6.6.8, pagina 36
Controleer de temperaturen en de sensors op plausibiliteit, zie 3.6.5.1, pagina
28?
Controleer de uitgangen? zie bovenstaande tabel!
Zijn warmteopwekkers ingeschakeld en vrijgegeven?
Is brandstof aanwezig en is een eventuele brandstofkraan geopend.
Kloppen de programmakeuzes voor CV- en/of tapwatercircuits!
Zijn klokprogramma’s correct ingegeven!
Zijn Datum en tijd correct ingesteld!
Kloppen de setwaardes!
Controleer of het met de gemeten buitentemperatuur en de setwaardes wel
a
annem
elijk is dat warmteopwekkers inschakelen?
Zijn vrijgave ingangen kortgesloten?
Bij een ruimteregeling moet het eBUS adres van master bediening of ruimtebedie-
ning zijn toegewezen aan het corresponderende CV -circuit.
LET OP: Bus adressen van master bediening, regelaars en ruimtebedieningen mo-
gen elk maar één keer worden gebruikt!