Operation Manual

16
3.3 Montage en aansluiten master bediening (MB)
Vaststellen van de montageplaats
Indien de MB6100 tevens wordt gebruikt
om de
ruimtetemperatuur en/of vochtig-
heid mee te meten dan moeten de vol-
gende aanwijzingen in acht worden
g
enomen:
In de referentie ruimte op een bin-
nenmuur waarbij de aangrenzende
ru
imte e
veneens normaal verwarmd
wordt. In deze ruimte mogen geen
andere regelingen zoals thermossta-
tische radiator ventielen actief zijn.
Ongeveer 150 cm boven de vloer.
Waarborg een vrije luchtcirculatie
d
aarom nie
t in een kast of nis
monteren
Niet naast warmtebronnen of op een
p
laats w
aar de regelaar is bloot-
gesteld aan zonlicht, monteren.
Kabel aansluiting:
Voor het monteren de rege-
laar(s) uitschakelen (eBUS span-
ningsloos). De draden, print en
aanslui
tingen van de regelaar niet
aanraken! (bescherming tegen sta-
tische ontlading ESD).
Bij de MB6100 moet voor het bereiken
van de eBUS-aansluitconnector de be
diening van de montagesokkel
worden verwijderd!
Kabeldoorsnede minimaal 0,5 mm2.
Zorg ervoor dat kabels niet tegen print
wor
den gedru
kt.
De BUS bekabeling moet van hoog-
spa
nning gesche
iden verlegd worden.
De Aansluitkabels door de daarvoor
bes
temde spa
ring in de montage-
sokkel voeren.
De stroomverzorging van de afstands-
bediening vindt plaats via de 2-draads
eBU
S verbind
ing.
eBUS-aansluiting van de MB6100 /
MB
6400 is
polariteitsongevoelig uit-
gevoerd
R 30
56 mm
123 mm
37 mm
56 mm
R 30
+ -
eBus
NTC
144 mm
92 mm Uitsparing
137 mm Uitsparing
4 x R 2mm
Plaatdikte 1-2.5 mm
19 mm
96 mm
13.4 mm
eBus
NTC
MB 6100
MB 6400