Operating Instructions and Installation Instructions

20
Pagina 20
Deactiveer de vakantievergrendeling
via 3-voudige wandconsole of het kort
indrukken van de % toets op de
aandrijving.
Aandrijving is in vakantie-vergrendelingReageert niet op zender maar wel op
drukknop
LED 8 brandt
LED 7 knippert
Deur laten nakijken.Deur loopt te zwaar.
Aandrijving laten nakijken.Toerentalsensor.LED 6 knippert.
Foutmelding 9
Nieuwe 12V A 23 batterij plaatsen.
De knipperdiode van de zender geeft de
conditie van de batterij aan.
Batterij leeg.Onvoldoende reikwijdte van de
afstandsbediening (minder dan 5 m).
Controleer alle drie de componenten.Handzender, besturingselektronica of
antenne defect.
Ontvanger niet correct geïnstalleerd of
foute installatie.
LED 7 knippert niet na indrukken knop
handzender.
Nieuwe 12V A 23 batterij plaatsen.
De knipperdiode van de zender geeft de
conditie van de batterij aan.
Batterij leeg.
Codering controleren Menu c.
Codering van de handzender komt niet
overeen met ontvangercodering.
Indien interne ontvanger:
Stop-drukknop aansluiten.Kortsluitstekker S4 (NC) verwijderd, zon-
der STOP-knop te hebben aangesloten.
Geen reactie na impuls.
Foutmelding 36
Alle contactschakelaars van de aan-
drijving loskoppelen. Eén voor één
opnieuw aansluiten en fout zoeken.
Aansluitklemmen voor drukknop
"IMPULSE" zijn door bijv. kortsluiting
in de leiding of verkeerde aansluiting
aan de klemmen gebrugd.
Geen reactie na impuls.
LED 7 brandt.
Fotocel omprogrammeren of aansluiten.
Fotocel Menu a geprogrammeerd, echter
niet aangesloten(Menu a ).
Aandrijving loopt alleen in "OPEN",
echter niet in "DICHT" richting.
Foutmelding 15
Verwijder belemmering of fotocel laten
controleren.
Externe fotocel defect of onderbroken.LED 6 knippert
Foutmelding 6 of 15
Uitschakelautomaat opnieuw instellen
(Menu b & c). Deur gangbaar
maken.
Uitschakelautomaat te gevoelig.
Deur loopt te zwaar of is geblokkeerd.
LED 6 knippert
Foutmelding 10
Netspanning uitschakelen.
Besturingseenheid eraf schroeven en
laten controleren.
Besturingseenheid defect.
Transformator laten afkoelen.Thermische beveiliging transformator is
in werking getreden.
Controleer of netspanning aanwezig is.
Wandcontactdoos controleren.
Spanning ontbreekt.LED 8 brandt niet.
WerkwijzeOorzaakStoringsindicatie
STORINGSHANDLEIDING
Storingshandleiding